De zorg in Nederland staat voor grote uitdagingen, maar ook voor grote kansen. Iris de Vries, huisarts en voorvechter van leefstijlgeneeskunde en gezondheid, ziet hoe een bottom-up-beweging van zorgverleners steeds meer vorm krijgt. Tegelijkertijd stuit die beweging vaak op blokkades vanuit het systeem. “Zorgverleners willen graag aan de slag met leefstijl in de praktijk, maar lopen tegen tijdgebrek, financieringsproblemen en regelgeving aan,” vertelt De Vries. “Toch is dit precies de plek waar we een verschil kunnen maken: in de spreekkamer en daarbuiten.”
Volgens De Vries is er een sterke, praktijkgerichte beweging gaande. Steeds meer zorgverleners zien de waarde van leefstijlgeneeskunde en maken bijvoorbeeld gebruik van het Leefstijlroer, de Leefstijlcheck of het concept van Positieve Gezondheid. “Het enthousiasme is enorm,” zegt De Vries. “Mensen voelen dat ze hiermee echt impact hebben op de gezondheid van hun patiënten. Het zorgt voor meer zingeving in hun werk en draagt bij aan een gezonder Nederland.”
Toch staan zorgverleners niet alleen voor de taak om leefstijlinterventies op individueel niveau door te voeren. De Vries benadrukt dat ook op meso- en macroniveau aanpassingen nodig zijn. “In de praktijk worden zorgverleners geremd door een gebrek aan structurele financiering, het vasthouden aan traditionele werkwijzen en politieke obstakels,” legt ze uit. “Daarom is het essentieel dat we deze bottom-up-beweging verbinden met top-down-beleid.”
Het politieke speelveld: kansen en frustraties
Hoewel leefstijl en gezondheid steeds meer aandacht krijgen in beleidsdiscussies, verloopt de implementatie stroperig. Een belangrijk knelpunt, volgens De Vries, is het sentiment rondom ‘betutteling’. “Sommige partijen vinden dat de overheid zich niet met de keuzes van burgers moet bemoeien,” legt ze uit. “Maar in een samenleving die obesogeen is ingericht, draait het niet om betutteling, maar om bescherming. Het is een misvatting dat je mensen dwingt om gezonder te leven; je biedt ze juist de tools om betere keuzes te maken.”
Een ander probleem is de financiering van preventieve zorg. “Het huidige systeem biedt weinig ruimte om innovaties op het gebied van leefstijl en gezondheid op te schalen,” zegt De Vries. “Ook zorgverzekeraars voelen zich beperkt door wet- en regelgeving. Toch zie ik dat er binnen de beperkingen mogelijkheden zijn. Het vraagt creativiteit en samenwerking om te kijken wat wél kan.” Tegelijkertijd benadrukt ze dat een langetermijnvisie nodig is. “We moeten verder kijken dan de duur van één kabinetsperiode. Het gaat om structurele veranderingen, en die kosten tijd.”
De kracht van vooruitgang
Ondanks de uitdagingen ziet De Vries veel kansen. “In de spreekkamer kun je morgen al beginnen,” zegt ze. “Zelfs kleine stappen, zoals het bespreken van leefstijl of het motiveren van patiënten, kunnen een groot verschil maken. Dat werkt niet alleen preventief, maar maakt het werk van zorgverleners ook leuker en zinvoller.”
Op beleidsniveau is er eveneens beweging. Er komt een model om de kosten en baten van preventie in beeld te brengen. Ook heeft de Tweede Kamer gevraagd om regelmatig te onderzoeken welke vormen van preventieve zorg en gezondheidsbevordering effectief en rendabel zijn. Het CPB heeft recent een rapport gepubliceerd met vier toekomstscenario’s voor 2050. In één scenario, waarin sterk wordt ingezet op gezondheid, stijgen de zorgkosten per persoon veel minder hard. “Als we laten zien dat investeren in preventie meer oplevert dan het kost en goed is voor de overheidsfinanciën, wordt het voor politieke partijen aantrekkelijker om ermee aan de slag te gaan,” legt De Vries uit. “Dit soort analyses kan echt verandering in gang zetten.”
Verbinding tussen praktijk en beleid
De Vries benadrukt dat de kracht van de huidige beweging ligt in de samenwerking tussen verschillende niveaus. “De praktijk legt bloot wat er nodig is en waar de knelpunten zitten. Het is aan ons om die signalen door te vertalen naar beleid,” zegt ze. “We moeten niet bang zijn voor het ongemak dat hoort bij verandering. Het is juist die spanning die ons verder brengt.”
Met vertrouwen kijkt De Vries naar de toekomst. “Ik geloof in de kracht van onze samenleving en onze zorgverleners. De beweging die we nu in gang hebben gezet, is niet meer te stoppen. Het vraagt doorzettingsvermogen, maar als we erin slagen om praktijk en beleid te verbinden, kunnen we enorme stappen zetten naar een gezonder Nederland.”