Suikers en zoetstoffen vormen een belangrijk onderdeel van onze voeding. Een te hoge inname van toegevoegde suikers is gerelateerd aan allerlei gezondheidsproblemen, zoals overgewicht, obesitas en diabetes type 2. Dat is een van de redenen waarom suikers worden vervangen door zoetstoffen met een lage energetische waarde en hoge zoetkracht.
Door de stijgende prevalentie van welvaartsziekte is de inname van zoetstoffen – ter vervanging van suikers – toegenomen. Zoetstoffen worden steeds vaker gebruikt door de hedendaagse voedingsindustrie, zoals in frisdranken en snoep. Ook kunnen tafelzoetstoffen thuis gebruikt worden, als het ‘zoetje’ in de koffie of thee. Strikt genomen zijn deze stoffen, evenals toegevoegde suikers, niet noodzakelijk in een gezond voedingspatroon, hoewel de zoete smaak algemeen gewaardeerd wordt.
Indeling zoetstoffen
Zoetstoffen zijn in te delen in extensieve en intensieve (kunstmatige) stoffen. De intensieve stoffen leveren nauwelijks calorieën, maar hebben een enorme zoetkracht in vergelijking met sacharose (tafelsuiker). De extensieve stoffen worden verkregen door scheikundige verwerking van gewone koolhydraten. De zoetkracht van extensieve zoetstoffen is lager of gelijk aan die van sacharose en zijn met name belangrijk in de voedingsindustrie.
Veiligheid
Zoetstoffen staan op etiketten vermeld als E-nummers. Dit betekent dat ze veilig zijn bevonden door de European Food and Safety Authority (EFSA) en de Europese Commissie. Wereldwijd wordt veel onderzoek verricht naar het consumptieniveau, praktische toepasbaarheid en de veiligheid. Alleen stoffen die na uitgebreid onderzoek veilig zijn bevonden, krijgen een E-nummer en mogen – in nauwkeurig omschreven maximum hoeveelheden – aan specifieke voedingsmiddelen worden toegevoegd. Toch worden er regelmatig vraagtekens gezet bij de veiligheid en de gevolgen voor de gezondheid bij het gebruik van zoetstoffen.
Meer lezen
Lees verder over dit onderwerp op de site van Voedingskennis: Suikers en zoetstoffen.