Hoe gek is het eigenlijk: je mond is een belangrijk onderdeel van je lichaam, maar in de zorg wordt hij apart verzekerd. Alsof hij losstaat van de rest. Terwijl diezelfde mond zoveel vertelt over je algehele gezondheid. “Er komt geen mond binnen, er komt een mens binnen,” zegt tandarts Didi Wittekoek. En dat raakt precies de kern. Want het gaat niet alleen om tanden poetsen. De mond is een spiegel van je lijf – en soms een alarmpje dat als eerste afgaat.
Chronisch ontstoken tandvlees, ofwel parodontitis, verhoogt het risico op hart- en vaatziekten met maar liefst 60%. En volgens de Wereldgezondheidsorganisatie ervaart 45% van de wereldbevolking gezondheidsproblemen door gebitsproblemen. Toch wachten de meeste mensen tot ze klachten krijgen voor ze in actie komen. Terwijl er al zoveel te zien is vóórdat het misgaat. Bloederig tandvlees? Misschien een eerste signaal van diabetes. Vertraagde wondgenezing na een kiesextractie? Ook een teken aan de wand. We kijken nu vooral in de mond, maar eigenlijk zouden we via die mond vaker naar het hele lichaam moeten kijken.
Preventie begint met het juiste gesprek
“Praatjes vullen geen gaatjes,” zegt Didi droog. “Maar zonder gesprek krijg je ook geen inzicht.” Elke donderdagmiddag werkt ze als straattandarts; speciaal voor mensen zonder vaste woonplek. Vanuit idealisme, maar ook vanuit urgentie: veel van deze mensen missen niet alleen tanden, maar ook toegang tot zorg. En het effect van een gezond gebit gaat verder dan eten kunnen kauwen. Het is een eerste stap naar herstel, solliciteren, een gevoel van eigenwaarde. Tijdens COVID vonden sommige daklozen zelfs rust in het mondkapje – het verstopte iets waar ze zich voor schaamden.
Tandarts, diëtist, huisarts: samenwerken is nog geen gewoonte
Didi ziet dagelijks wat voeding, stress, ziekte of medicatie met een mond doen. “Maar ik heb nog nooit een tandartscongres meegemaakt waar een diëtist sprak.” Terwijl die verbinding cruciaal is. Want tandproblemen zijn zelden een geïsoleerd probleem. Bij patiënten met een extreem droog mondslijmvlies — bijvoorbeeld bij het syndroom van Sjögren of door medicatie — ontstaan sneller gaatjes. En ook bij diabetes zie je vaak terugkerende ontstekingen in het tandvlees. Wanneer de bloedsuikers beter onder controle zijn, knapt het tandvlees meestal ook op. Dat vraagt om samenwerken, om korte lijnen.
Eetmomenten: minder is meer
We zijn opgevoed met “snoep verstandig, eet een appel,” maar ook een appel is niet onschuldig als je er een uur over doet. Suikers, ook uit fruit, worden door de bacteriën in je mond omgezet in zuren. En die zuren lossen je glazuur op. Je speeksel moet minstens 30 tot 45 minuten de tijd krijgen om dat zuur te neutraliseren. Doe je dat niet — of eet je te vaak — dan krijgt je glazuur geen kans om te herstellen. Drie volwaardige maaltijden en hooguit één of twee tussendoortjes zijn dan beter dan steeds weer iets kleins. Zeven eet- en drinkmomenten is echt wel het maximum voor het gebit. “Ik geef vaak een eetdagboek mee,” zegt Didi. “Mensen schrikken als ze zien hoe vaak ze toch eten of drinken.”
Stress proef je ook in je mond
Een ander onderschat probleem is stress. Van aften tot een droge mond, van knarsen tot ontstekingen die maar niet overgaan — stress laat sporen achter. “Soms dweilen we met de kraan open,” zegt Didi. “Iemand komt steeds met nieuwe gaatjes terug. Totdat de stress weg is, en ineens herstelt alles wél.” Speeksel is daarbij cruciaal. Het neutraliseert zuren en bevat enzymen die de spijsvertering op gang helpen. Zonder speeksel heb je grote kans op cariës en pijnlijke mondklachten. Tijd dus om ook in de tandartsstoel het gesprek over leefstijl en stress aan te durven.
De vrouw in de tandartsstoel
Hormonen spelen ook een grote rol. Tijdens zwangerschap of overgang verandert het tandvlees. Er ontstaat makkelijker bloeding, en bij osteoporose wordt zelfs het kaakbot minder dicht. “Ik heb een keer aan het tandvlees gezien dat iemand zwanger was,” vertelt Didi. “Dat soort dingen zie je alleen als je goed kijkt.” Vrouwen hebben andere klachten dan mannen, maar daar is in de opleiding nauwelijks aandacht voor. “Net als dat er nu meer aandacht is voor het vrouwenhart, moet er ook meer focus zijn op de vrouwenmond.” Geen toeval overigens dat Wittekoek deze link legt; ze is de schoonzus van cardioloog Janneke Wittekoek, die zich volledig verdiept in het vrouwenhart en met wie ze samen de podcast Wittekoek & Wittekoek maakt.
De mond als eerste verdedigingslinie
Van signalen van HIV tot premaligne plekjes bij verstandskiezen: tandartsen zien veel. Soms zelfs voordat de huisarts iets merkt. “We signaleren, maar de patiënt moet zelf actie ondernemen.” Terwijl een mond veel eerder laat zien dat er iets mis is dan bloedonderzoek of beeldvorming. Het zou dus logisch zijn om de tandarts steviger in het zorglandschap te verankeren.
Want mondgezondheid ís gezondheid. Geen los onderdeel. Geen aparte verzekering. Maar een eerste toegangspoort tot het lichaam. En misschien ook wel tot het gesprek dat de zorg weer persoonlijk maakt.