Meer dan drieduizend therapeuten hebben hun krachten gebundeld in Chronisch ZorgNet, een netwerk dat zich richt op beweging en leefstijlbegeleiding. Hoe krijgen zij patiënten in beweging? En wat is eigenlijk de meerwaarde van netwerkgeneeskunde?
Wat begon als een lokaal initiatief in Limburg, is intussen uitgegroeid tot een landelijk netwerk van gespecialiseerde fysio- en oefentherapeuten en andere zorgverleners die zich bezighouden met leefstijlinterventies: Chronisch ZorgNet. “De therapeuten die zijn aangesloten, zijn geschoold om gesuperviseerde beweegtherapie en leefstijlbegeleiding te bieden aan mensen met niet overdraagbare chronische aandoeningen. Het gaat bijvoorbeeld om COPD, astma, hartaandoeningen en perifeer arterieel vaatlijden (PAV)”, licht arts-onderzoeker Anneroos Sinnige toe.
Wetenschappelijke studies
Zelf deed Sinnige binnen het Chronisch Zorgnet onderzoek naar het ontwikkelen van een predictiemodel waarmee het effect van looptherapie bij PAV per individu te voorspellen was. “Zo lopen er bij het netwerk diverse wetenschappelijke studies. Het doel van het netwerk is het bieden van de best passende zorg voor de patiënt, makkelijk vind- en/of verwijsbaar, aangeboden in de woonomgeving van de patiënt”, zegt Sinnige.
“We weten immers al langer dat beweging en andere leefstijlinterventies de nummer één behandeling is bij chronische aandoeningen; het netwerk helpt de patiënt om de beste fysiotherapeut voor zijn situatie te vinden en biedt de therapeuten scholingen aan.”
Multidisciplinaire zorg
Inmiddels sluiten ook andere zorgverleners zich aan bij Chronisch ZorgNet, zoals diëtisten. “Juist als het gaat om beweging en leefstijl, is het belangrijk om interdisciplinair samen te werken. Via het netwerk kunnen fysio- en oefentherapeuten andere zorgverleners bij hen in de buurt vinden, die kunnen meedenken of meebehandelen. We zien langzaam allemaal mini-netwerkjes in het land ontstaan van zorgverleners die elkaar weten te vinden. Ze werken rondom de patiënt samen om deze zo goed mogelijk te ondersteunen bij meer bewegen en gezonder leven”, zegt Sinnige.
Motivatie
Dat het niet eenvoudig is om mensen tot een leefstijlverandering aan te sporen, weet de arts-onderzoeker ook. “Je hebt te maken met een doelgroep die niet altijd te motiveren is. Een wandel- of looptherapie bij de fysiotherapeut is een goede stok achter de deur voor veel mensen, en daarbij komt: de therapeuten bij het netwerk zijn geschoold in motivational interviewing. Daarover ga ik op het congres Leefstijlgeneeskunde in de Spreekkamer meer vertellen. Uitleggen aan de patiënt dat meer bewegen net zoveel effect heeft als een invasieve behandeling, maar dan zonder alle bijwerkingen en met blijvende resultaten, is natuurlijk altijd de eerste stap.”
Lange termijn
Sinnige geeft het voorbeeld van een dotterbehandeling bij PAV. “Dat geeft snel resultaat, het is letterlijk een quick fix. Maar als de patiënt de deur uitloopt en z’n volgende sigaret aansteekt, inactief blijft en slecht eet, ben je eigenlijk geen stap verder. Echt je leefstijl aanpassen, onder goede begeleiding, is de lange termijnoplossing. Krijg je als patiënt dan een gespecialiseerde zorgverlener die een traject met je aangaat en multidisciplinair kijkt, dan is de kans op succes groot”, aldus de arts-onderzoeker.
Ben je fysio- of oefentherapeut? Ook voor jou is het Congres Leefstijlgeneeskunde op 24 maart 2022 aanstaande! Bekijk hier het programma.