Hoge bloeddruk, hoog cholesterol, verhoogde bloedsuiker. Vormen van kanker, depressie, prostaathypertrofie en dementie. Het lijken misschien losse problemen, maar volgens artsen Yvo Sijpkens en Daphne Uyterlinden hebben ze een gezamenlijke basis: metabole disfunctie. “Blijven we ons richten op losse klachten of omarmen we deze term en laten we leefstijl nu echt landen in de gewone gezondheidszorg?”
Tijdens het congres van de Vereniging Arts & Leefstijl zetten Sijpkens en Uyterlinden uiteen hoe we op een andere manier tegen metabole gezondheid aan kunnen kijken. Zij zijn er inmiddels van overtuigd: metabole disfunctie is een oorzaak van vele problemen. Niet alleen van diabetes type en hart- en vaatziekten, maar er is ook een samenhang met kanker, lever- en nierziekten, artrose, dementie, polycysteus ovarium syndroom (PCOS) en depressie. En de lijst is groeiende.
Schrijf u in voor de maandelijkse gratis nieuwsbrief van Leefstijl in de zorg |
Metabole (on)gezondheid
Een toename van buikomvang, stijging van het nuchtere bloedglucose, stijging van de bloeddruk, stijging van nuchtere triglyceriden en een daling van het HDL-cholesterol. Deze factoren komen vaker dan gemiddeld met elkaar voor. Wanneer iemand aan 3 of meer van deze criteria voldoet, is er sprake van het metabool syndroom. In de VS heeft bijna een kwart van de mensen metabool syndroom. “Er zijn zelfs maar weinig mensen die écht metabool gezond zijn, die een voldoende scoren op alle 5 die factoren”, aldus Sijpkens.
Onderbelicht gebleven
“Het is al heel lang duidelijk dat het metabool syndroom samenhangt met hyperinsulinemie en als gevolg daarvan met insulineresistentie”, gaat Sijpkens verder. “Ook weten we al heel lang dat het metabool syndroom niet alleen een voorloper is van diabetes en overgewicht, maar ook een sterke correlatie heeft met het optreden van een hartinfarct of beroerte. Maar dit is allemaal onderbelicht gebleven. We werken eigenlijk nooit met de diagnose metabool syndroom, want we hebben geleerd om bloeddruk, bloedsuiker en LDL cholesterol apart symptomatisch te verlagen met medicijnen. We kijken meer naar losse symptoombestrijding dan naar het metabool syndroom”
Nieuwe term: metabole disfunctie
Sijpkens pleit daarom voor een nieuwe term: metabole disfunctie. Dat is een bredere beschrijving van metabole problemen en is niet gebonden aan die criteria. “Hyperinsulinemie en insulineresistentie pak je daarin duidelijker mee”, legt hij uit. “Dat is goed te meten en daaraan kan je al heel vroeg in het leven al een metabole ontregeling herkennen. Daarnaast is het ook duidelijk dat leververvetting en ook atherosclerose hier niet los van staan, maar deel zijn van het metabole pakket. Dit geeft een prikkel om te kijken naar de individuele oorzaken, waardoor het direct gekoppeld kan worden aan een leefstijlinterventie die nodig is om metabool gezond te worden.”
Oorzaken metabole disfunctie
De oorzaken van metabole disfunctie zijn divers. Sijpkens: “De afgelopen 50 jaar is er veel veranderd. We hebben het druk, krijgen niet de goede voeding binnen, hebben meer stress, weinig slaap, een tekort aan lichaamsbeweging, gebruiken meer medicatie. Ook zijn we bang gemaakt voor zonlicht, waardoor we vaker vitamine D tekort hebben, en hebben we te maken met luchtvervuiling, bestrijdingsmiddelen, microplastics en pesticiden. Daarnaast kan er natuurlijk sprake zijn van genetische aanleg. Als je jong en actief bent, kom je er nog wel mee weg, maar naarmate het leven vordert loopt je meer tegen metabole disfunctie op.”
Kijk met de ‘metabole bril’
De behandeling ligt dus ook op dit gebied. “Het is een kwestie van de metabole bril opzetten. Dan neem je het haast als vanzelf mee. Ik laat altijd de leefstijlpijlers passeren, vraag ook even hoe het beloop is geweest in de tijd qua gewicht, bloeddruk etcetera. Je hebt meteen een enorme pakkans met zo’n gesprek. In het lichamelijk onderzoek meet ik de lichaamssamenstelling, de buikomvang, ik kijk naar tekenen als steelwratjes en pigmentvlekken. Dat zijn ook uitingen van hyperinsulinemie. En je kan natuurlijk veel doormeten. Kijk naar de nuchtere insuline, dan kan je al in een vroeg stadium zien of het goed of te hoog is. Kijk niet alleen naar glucose, want dat wordt goed gehouden door een hoge insulinespiegel. Als je de insuline niet kan meten kan je heel goed de triglyceride/HDL-ratio gebruiken. Als de triglyceridenwaarde hoger is dan het HDL, dan past dat al bij insulineresistentie. Ik let daarnaast op leverfunctiestoornissen, tekenen van inflammatie en vitamine D. Bij twijfel kijk ik nog verder.”
Waar begin je?
Welke leefstijlinterventie het startpunt is, hangt maar net af van de voorkeur van de patiënt. “Alle pijlers van leefstijl zijn belangrijk, maar voeding is wel een hele grote”, gaat Uyterlinden verder. “Het gaat vooral om de kwaliteit van voeding, dus vers en onbewerkt. Daarnaast telt de hoeveelheid eet- en drinkmomenten ook mee. Het ligt eraan wat je drinkt, maar als het iets aan suikers of melksuikers bevat – zoals in cappuccino, of een beetje melk in de koffie – gaan de suikerspiegel en de insuline omhoog, en krijg je enorme schommelingen met uiteindelijk insulineresistentie tot gevolg.” Hoewel voeding belangrijk is, kan je volgens Uyterlinden in de praktijk ook bij een andere leefstijlpijler beginnen. “Sluit aan bij de patiënt, kijk waar hij of zij op dat moment aan toe is om te veranderen. Zo slaan ze de weg naar metabole gezondheid in. Blijf de problemen niet toedekken met medicatie en andere interventies. Ook als je denkt dat het lastig is: probeer het gewoon.” Sijpkens is het daarmee eens: “Als je met je patiënt kan streven naar metabole gezondheid is dat hartstikke leuk en het geeft ontzettend veel voldoening.”