Leefstijl ter sprake brengen in de spreekkamer. Het klinkt eenvoudig. Maar in de praktijk kan het voelen als nog iets extra erbij, in de beperkte tijd die je toch al hebt als arts. Om leefstijl laagdrempeliger te kunnen bespreken, ontwikkelt de Vereniging Arts en Leefstijl de LeefstijlCheck: een gestandaardiseerde anamnese over leefstijl. “Simpel, praktisch, en voor iedereen, zodat in elke spreekkamer leefstijl een onderdeel van de behandeling wordt. We hopen hiermee de gezondheidszorg echt een impuls te geven vanuit een hoek die ondergesneeuwd is, maar nu ook aandacht krijgt vanuit het IZA”, vertelt Douwe Atsma, cardioloog en bestuurder bij Arts en Leefstijl.
Eerst weten hoe het staat met leefstijl
Het concept van de Leefstijlcheck is eenvoudig. Er wordt een zo beknopt mogelijke vragenlijst aangeboden, waarbij alle pijlers van het Leefstijlroer in kaart gebracht worden. “Van ongeveer driekwart van de patiënten weten artsen de rookstatus”, legt Atsma uit. “Dat is al best veel, maar van veel mensen weten we het ook nog niet. Of mensen sporten of bewegen, weten we eigenlijk helemaal niet, en hetzelfde geldt voor voeding. In mijn vak is bij 80 procent van de mensen de ziekte te wijten aan een slechte leefstijl. Als je een relatief eenvoudige eerste screening doet om te weten hoe het staat met de leefstijl krijg je een idee wat daaraan moet veranderen. Dan kan je toewerken naar interventies die passen bij de eigen doelen van de patiënt.”
Breed verhaal zo beknopt mogelijk maken
Het ontwikkelen van zo’n check is nog wel een uitdaging. Atsma: “We willen met zo min mogelijk vragen de grootste opbrengst behalen, maar leefstijl is een breed verhaal. Sommige dingen zijn relatief eenvoudig uit te vragen met bijvoorbeeld een ja of nee. Andere dingen zoals voeding, daar zijn misschien net even wat meer vragen voor nodig. Ook andere zaken kunnen meespelen bij het investeren in leefstijl , zoals de financiële situatie. Dus het is een soort kwartetten met vragen. Daarnaast moeten we ook rekening houden met speciale doelgroepen, zoals mensen met lage gezondheidsvaardigheden, laaggeletterdheid en anderstaligen. Het moet voor iedereen, zowel voor de arts als de patiënt, zo eenvoudig mogelijk zijn.”
Uitvoering in de praktijk
De toepassing van de LeefstijlCheck is een volgend punt van ontwikkeling. Het idee is dat de patiënt zelf de LeefstijlCheck invult, buiten de behandeltijd om. Dit kan thuis, of in de wachtkamer. Op papier, via mail of op een tablet. In de spreekkamer kan het gesprek dan inhoudelijk over de leefstijl gaan. “We moeten ook kijken naar de vormgeving. Wordt het een soort folder, of een scheurblok zoals het Leefstijlroer. Dat kan allemaal. Waar we ook over nadenken is over wat je dan met de gegevens doet. Het zou mooi zijn als er een koppeling naar het dossier komt en gezien de digitaliseringsslag die gaande is, zou dat best haalbaar kunnen zijn. Maar dit zijn zaken waar we later naar gaan kijken. Het is eerst urgent dat de LeefstijlCheck er komt, dus we beginnen waarschijnlijk gewoon op papier, en als het kan gaan we digitaal.”
Testen van conceptversie
Momenteel is de eerste conceptversie ontwikkeld. Deze versie wordt voorgelegd aan een klankbordgroep, bestaande uit verschillende zorgprofessionals en organisaties. “De eerste feedback komt nu binnen”, vertelt Atsma. “Het belangrijkst is nu om tot overeenstemming te komen over de set beginvragen. Daarna kunnen we het testen bij patiënten, met artsen die bereid zijn om hier wat tijd in te steken. We hopen dat eind van het eerste kwartaal van 2023 er een versie ligt die voor iedereen beschikbaar is.”
Wil je een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van de LeefstijlCheck door bijvoorbeeld het geven van inhoudelijke input, het testen ervan of met een financiële bijdrage? Stuur dan een mailtje naar info@artsenleefstijl.nl.