Ruim een derde van het ziekteverzuim bij vrouwen in de leeftijd tussen 45 en 60 jaar is rechtstreeks gerelateerd aan de overgang. Toch worden de klachten nog niet vaak herkend of wordt de juiste behandeling ingezet. Een gebrek aan kennis over de overgang en de menopauze is het grootste probleem. Daarom pleitten gynaecologen Wilma Smit en Pauline Ottervanger op het Congres Leefstijlgeneeskunde in de werkomgeving voor betere herkenning, erkenning en behandeling.
Van de 3,8 miljoen werkende vrouwen is 1,8 miljoen ouder dan 45. “Vanaf de leeftijd van 45 jaar kunnen vrouwen in de overgang komen, en dat kan wel 10 jaar duren”, vertelt Ottervanger. “Rond het 51e jaar krijgt de vrouw de menopauze. Waar vrouwen vroeger rond die leeftijd echt oud waren, zijn we tegenwoordig dan pas halverwege het leven. Aangezien zeker 80 procent van de vrouwen klachten heeft van de overgang is het niet altijd eenvoudig om op een goede manier te blijven werken. Zeker niet nu de pensioenleeftijd steeds hoger wordt en 33 procent van de vrouwen ook nog mantelzorger is.”
Klachten in de overgang
De klachten van de overgang uiten zich op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied. De 3 meest typische klachten zijn menstruatiestoornissen, opvliegers en stemmingsstoornissen of stemmingswisselingen. Daarnaast is er een heel scala aan andere klachten, zoals hoofdpijn, gewrichtsklachten, hartkloppingen, minder concentratie, vergeetachtigheid, slecht slapen, droge ogen en problemen met gewicht. Deze klachten lijken op andere problemen, zoals burn-out, depressie, vitaminetekort of schildklierproblemen. Dit kan tot gevolg hebben dat mensen een verkeerde diagnose krijgen, en dan ook de verkeerde behandeling. “Tegelijkertijd moeten we er ook voor waken dat niet alle klachten zomaar worden toegeschreven aan de overgang, want het moet wel worden uitgesloten dat er iets anders aan de hand is”, aldus Ottervanger.
Goed te behandelen
Het goede nieuws is dat de klachten in de overgang vaak goed te behandelen zijn, waardoor de kans op ziekteverzuim ook afneemt. Bij ernstige klachten is hormoontherapie een goede optie, waarvan binnen 2 weken vaak al wel resultaat te zien is. De beste tijd om hiermee te starten is vlak na de menopauze of ervoor, maar niet te laat, en maximaal tot de leeftijd van 52 jaar. Voor de opvliegers zijn er ook een aantal behandelmogelijkheden, waarvan leefstijl een van de eerste opties is. Gezond eten, een gezond gewicht, voldoende bewegen en ontspannen kunnen klachten helpen verminderen. Daarnaast heeft acupunctuur een bewezen positief effect en kunnen vrouwen baat hebben bij homeopathie. Maar de belangrijkste tip volgens de gynaecologen is om vooral hulp te zoeken, bij een overgangsconsulente, huisarts of gynaecoloog. “Opvliegers kunnen jarenlang aanhouden. Als je er echt last van hebt, beïnvloedt dat je kwaliteit van leven nadelig.”
Omgaan met de overgang op het werk
Zowel vanuit vrouwen zelf, leidinggevenden en (bedrijfs)artsen ligt er een taak om alert te zijn op de veranderingen in de overgang en dit bespreekbaar te maken. Een prettig en veilig werkklimaat is hier belangrijk voor. “Er rust toch nog altijd een taboe op het bespreken van de overgang”, zegt Ottervanger. “Er is nog veel onbegrip, zowel thuis als op het werk, wat kan leiden tot ergernis en irritaties.” Kennis over wat de overgang inhoudt en wat gevolgen ervan kunnen zijn, is dus voor alle betrokkenen van belang. “Daarnaast kunnen er aanpassingen gedaan worden op de werkvloer”, legt Smit uit. “Het stellen van prioriteiten, rustpunten in de dag, stellen van grenzen en mogelijk een andere indeling van de uren zijn allemaal mogelijkheden die de werknemer, werkgever en bedrijfsarts kunnen onderzoeken en meenemen. De bedrijfsarts kan bijvoorbeeld samen met de werknemer een plan opstellen, zodat ze zo goed mogelijk kan werken. Dan kan de vrouw gelukkiger en gezonder functioneren en is er een daling van het ziekteverzuim. Je moet er met zijn allen tegenaan. Samen kom je een heel eind.”