Je hebt 10 minuten, soms een kwartier per patiënt. Daarin moet alles gebeuren. Voordat mensen überhaupt binnen zijn in je kamer zijn er soms al een paar minuten voorbij. Je moet van alles vragen en uitleggen. En dan ook nog tijd vrijmaken voor leefstijl. “Maar het kan”, zegt cardioloog Tom van Loenhout van Gelderse Vallei. “Als je er alleen maar wat aandacht aan besteedt, dan kun je al zoveel bewerkstelligen.”
Bij Van Loenhout is de interesse voor leefstijl geleidelijk gegroeid. Hij was eerst interventiecardioloog. Heel dankbaar werk, noemt hij dat zelf. “Iemand vergaat van de pijn, en jij neemt de pijn en de schade weg. Mensen bedanken je daarvoor”. Maar geleidelijk aan raakte hij betrokken bij voeding. “Waar je als interventiecardioloog met de individuele patiënt bezig bent, zijn voeding en leefstijl overkoepelend voor ons als land, en daarmee ook voor de individuele patiënt. Maar het is lange-termijn-werk en niet voor de korte termijn.”
‘Je doet jezelf tekort’
Bij iedere patiënt brengt Van Loenhout leefstijl ter sprake. “Als je niet goed voor jezelf zorgt, doe je jezelf tekort”, vindt hij. “Ik bespreek dus met iedereen de leefstijl. Ik begin vaak bij beweging. Dat gaat niet alleen over sporten, bij veel mensen past dat ook niet. Je hebt alleen maar schoenen nodig, dan kun je al naar buiten. Alleen dat heeft al zoveel voordelen. Je zet je stappen, je ontmoet andere mensen, je voelt je fijner.”
“Laatst had ik een dame met angina pectoris, diabetes en depressieve gevoelens. Ik wilde haar niet nog meer pillen geven, dus ik heb met haar besproken dat ze 6.000 stappen per dag zou gaan zetten en naar de winkel zou lopen om beter te gaan eten. Ze kwam buiten, was in beweging, zag weer mensen, maakte een praatje in de supermarkt. Daar had ze uiteindelijk veel baat bij. Mensen willen vaak wel, willen ook meer grip hebben. Dan moet je kijken; hoe kan ik het inbouwen in het dagelijks leven. Als dat lukt is het een beloning voor de patiënt. Maar ook voor mij als arts. Ik word minder gebeld over pillen, herhaalrecepten, bijwerkingen. Dat scheelt.”
Geen ‘motorfiets’
Wat volgens Van Loenhout vaak goed werkt is om zijn eigen leefstijl erbij te halen. “Ik laat mensen regelmatig mijn stappenteller zien. Zitten we daar stappen te vergelijken. Dan zien ze: ik ben ook niet perfect. Of we hebben het over fietsen. Dan vertellen mensen dat ze regelmatig fietsen. Ik vraag dan altijd of ze zelf trappen of niet. Er zijn tegenwoordig zoveel mensen die een motor op de fiets hebben. Waarom? Trap zelf, neem de tijd om te bewegen, het levert je zoveel op.”
Niet in een keer alles
Bij het gesprek over voeding gaat hij als arts niet de diepte in. “Ik vraag niet aan mensen wat ze precies eten, want dan krijg ik hele verhalen. Daar zijn andere mensen voor die daar de tijd voor hebben en veel meer van af weten. Ik breng het ter sprake, vertel ze dat het belangrijk is en geef vaak een folder van het Voedingscentrum mee. Daar ben ik erg van gecharmeerd. Het zijn mooie folders met goede tips. Andere mensen zet ik aan het werk met de Eetscore om te kijken waar ze mee bezig zijn. Het wisselt van patiënt tot patiënt, maar ik bespreek het met iedereen. Zeker aan het begin van de rit. Mensen die net te maken krijgen met hartfalen zijn gevoelig voor verandering. Bij anderen vraag ik op gezette tijden hoe het ermee zit. Je moet niet in een keer alles goed willen hebben. Roken bijvoorbeeld, probeer dat eerst maar eens te minderen. Soms zeg ik wel eens: rook 3 sigaretten per dag in plaats van 20, maar geniet er dan van. Zo probeer ik het te doseren en het behapbaar te maken. Later proberen we die 3 sigaretten er dan ook af te halen.”
Effect op lange termijn
Het lastige met leefstijl is dat het effect niet heel hard is op de korte termijn. Dat levert problemen op qua budgetten en vergoeding. “Mensen krijgen goede tijd erbij, gezondheidswinst, het leven wordt aangenamer. Maar door een leefstijlverandering krijg je niet binnen een jaar minder sterfte. Op de lange termijn wel.”
“Vergelijk het eens met een risicofactor als roken. Bij twintigjarigen, die gemiddeld vijf jaar roken, zie je geen kanker, blaaskanker, COPD. Zelfs niet als je tien jaar gerookt hebt. Dan zou je dus kunnen concluderen dat roken helemaal geen effect heeft op je gezondheid. Maar daarvan weten we inmiddels hoe dat zit. Bij ongezonde voeding en slechte leefstijl is het vergelijkbaar. Je kunt nooit op korte termijn een harde studie doen. Veel instanties concluderen hier dus wel dat het geen effect heeft. Maar dat komt omdat je onderzoekstermijn te kort is. Op de lange termijn maakt het heel veel uit.”
Dit zagen ze ook in een eerdere studie, de alpha-omega-studie. “Dit was ooit een margarinestudie rondom Wageningen, waarbij margarine met extra visolie werd bekeken op hart- en vaatziekten, met name ritmestoornissen. Het bleek weinig te doen, het was te laag gedoseerd. Maar de mensen die hun leefstijl hadden aangepast, blijken het uiteindelijk na 10, 15 jaar wel degelijk beter te doen. Dus die zijn echt wel gezonder. Daarom vind ik het heel belangrijk om die boodschap te verkondigen, want het geldt voor heel veel mensen.”
Succesvolle interventies
Naast cardioloog is Van Loenhout ook voorzitter van Alliantie Voeding in de Zorg, die gericht is op optimale voedingszorg in ziekenhuizen. Een groot succesvol project van deze alliantie is ‘Goede zorg proef je’. Vanuit het Preventieakkoord werd dit project opgezet met als doel een gezonder voedingsaanbod in ziekenhuizen voor patiënten, medewerkers en bezoekers. “De afspraak was om dit in 2025 bij de helft van de Nederlandse ziekenhuizen te bewerkstelligen, en in 2030 allemaal. We zitten nu al aan 80-90 procent. Het slaat aan in de ziekenhuizen, mede omdat ieder het op zijn eigen manier kan vormgeven, passend binnen de eigen omgeving. Dit krijgt steun van de raden van bestuur en het levert meer waardering op van de patiënten. Nu gaan we verder kijken hoe we dit naast gezond ook duurzaam krijgen en tegelijk de voeding adequaat te houden. De brainstorms hierover brengen zoveel energie mee; dit project wordt heel breed gedragen door verschillende ziekenhuizen. Het is heel enthousiasmerend om te zien hoe iedereen hiermee bezig is en welke initiatieven er ontstaan.”
Toekomst van leefstijl in de zorg
Van Loenhout is optimistisch over de toekomst. “Jonge specialisten krijgen steeds meer opleiding in leefstijl, en initiatieven zoals gezondere ziekenhuisvoeding laten zien wat mogelijk is. Het vraagt tijd, maar de voordelen zijn enorm – zowel voor de patiënt als voor de zorg.”