Mensen met obesitas hebben regelmatig te maken met vooroordelen. Ook door zorgprofessionals. Ongevraagde adviezen, goedbedoelde opmerkingen die kwetsend overkomen, te kleine stoelen in de wachtkamer, maar ook belachelijk maken en uitschelden. Ook in Nederland hebben mensen met obesitas last van stigmatisering. Dat blijkt uit een studie van onderzoeker Paige Crompvoets, werkzaam bij de Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) en het Erasmus MC, onder bijna 600 mensen.
“Er bestaan ontzettend veel vooroordelen over mensen met obesitas”, vertelt Crompvoets. “Het zou je eigen schuld zijn, je bent lui of hebt een gebrek aan zelfdiscipline. Die vooroordelen zijn hardnekkig en zien we overal terug in de samenleving; in de media, in interacties tussen mensen onderling en ook in de zorg. Dat is onmenselijk en heeft allerlei nare gevolgen. Obesitas is geen kwestie van eigen schuld. Er spelen vele maatschappelijke en individuele oorzaken mee, naast ook ongezonde leefstijl.”
Minder goede zorg
Stigmatisering beïnvloedt de kwaliteit van de zorg negatief. “Er zijn onderzoeken die laten zien dat de aannames van zorgprofessionals kunnen leiden tot minder tijd per consult en minder goede diagnostiek en behandelmogelijkheden. Patiënten die stigmatisering ervaren gaan zorg vermijden of uitstellen, waardoor problemen juist verergeren. Ze ervaren meer stress daardoor, wat fysieke en mentale gevolgen heeft. En natuurlijk heeft het psychosociale effecten zoals somberheid, schaamte en isolatie.”
Ernstiger stigma bij hogere mate obesitas
In haar onderzoek legde Crompvoets een vragenlijst voor aan 590 mensen met obesitas. Op deze vragenlijst gaven de deelnemers aan in hoeverre ze negatieve ervaringen hebben in de zorg, gerelateerd aan hun gewicht. De ervaringen waren deels afhankelijk van de mate van obesitas. “Het meest opvallend vond ik dat de ervaringen van mensen met obesitas klasse 3 – dus een BMI van 40 of hoger – best heftig waren. Een kwart van die mensen had wel eens ervaren dat ze belachelijk werden gemaakt of uitgescholden. Een op de 3 zegt wel eens behandeld te zijn als lui of minder competent. Ook in de fysieke omgeving liepen mensen uit deze groep tegen de meeste negatieve ervaringen aan, zoals te kleine stoelen in de wachtkamer.
Ongevraagd en ongepast advies
Hoewel in klasse 3 meer negatieve ervaringen waren, waren er ook in de lagere klassen van obesitas problemen te zien. “Dit is met name rondom het krijgen van adviezen”, verduidelijkt Crompvoets. “Dat gaat dan vooral om het krijgen van ongepast of ongevraagd advies, waarbij de zorgprofessional niet aansluit bij wat de patiënt nodig heeft. Bijvoorbeeld dat ze zeggen dat iemand wel echt moet afvallen, maar vervolgens geen opties geven of ondersteuning bieden. Als je je hele leven al worstelt met je gewicht, dan leiden dit soort goedbedoelde maar te simpele adviezen tot frustratie en onbegrip.” Dat wil niet zeggen dat er niet over gesproken moet worden. “Veel patiënten willen het wel over hun gewicht hebben, maar de manier waarop is bepalend.”
Herkenbaar beeld
Kwamen deze uitkomsten overeen met de verwachting die Crompvoets van tevoren had? “Het beeld wat wij zien in dit onderzoek komt overeen met andere studies. Naarmate de gewichtsproblematiek toeneemt, neemt stigmatisering ook toe. Ook de ongevraagde adviezen lees je vaak terug. Maar toch als ik dan de cijfers zie en lees wat voor heftige dingen mensen ervaren, is dat wel shockerend. Daar staat dan weer tegenover dat er ook mensen met obesitas zijn die helemaal geen stigma ervaren. We hebben er in deze studie alleen nog geen zicht op waar dat in zit.”
Intenties zijn goed
Wat Crompvoets wel benadrukt is dat zorgprofessionals vaak wel de goede intenties hebben. “De adviezen zijn over het algemeen goed bedoeld. Maar te simpel advies gaat voorbij aan hoe complex de situatie is. Het komt ook voort uit ongemak; we weten dat zorgverleners het niet makkelijk vinden om het onderwerp aan te snijden. Dan komt het er wellicht op een verkeerde manier uit.”
Tijd nemen en luisteren
Hoe ga je dat gesprek dan wel op een goede manier aan? “Een goeie tip is om eerst toestemming te vragen”, legt Crompvoets uit. “Vraag: ‘Vind u het goed om het even over uw gewicht te hebben?’ Dit wordt ook geadviseerd in de nieuwe richtlijn. Het overgrote deel van de patiënten staat hierachter. Als mensen het er niet over willen hebben, accepteer dat ook. En als ze het er wel over willen hebben, luister dan goed naar de behoefte en de wensen van de patiënt. Neem de complexiteit mee, die wordt vaak onderschat. Het gaat vaak niet alleen om leefstijl maar ook over allerlei andere factoren op maatschappelijk en individueel niveau. Een goede eerste stap is om te inventariseren wat er bij deze persoon aan de hand is, de tijd nemen en dan kijken wat iemand nodig heeft. Een nieuwe en efficiënte methode voor screening is het laten invullen van de diagnostische vragenlijst www.checkoorzakenovergewicht.nl door patiënten met overgewicht thuis, gevolgd door een bespreking van de resultaten met een zorgverlener,