Hoe wordt leefstijl een vast onderdeel van de ziekenhuiszorg? Daarover ging het Inspiratiecongres Leefstijl in de Ziekenhuiszorg op donderdag 8 februari. Verschillende initiatieven en aspecten kwamen aan bod. Van het opzetten van een leefstijlzorgloket tot laaggeletterdheid in de spreekkamer. Van het vereenvoudigen van de manier van verwijzen tot zorgen voor vitale medewerkers.
Op het congres – georganiseerd door NVZ , de NFU en de Coalitie Leefstijl in de zorg – kwamen zo’n 175 zorgprofessionals, bestuurders en beleidsmakers uit ziekenhuizen samen. Allemaal hebben zij hetzelfde doel: leefstijl een integraal onderdeel maken van de zorg. Duidelijk werd dat dit niet allemaal ín het ziekenhuis hoeft te gebeuren. Liever niet zelfs, want in de 0e en 1e lijn zijn talloze professionals en programma’s die beter geschikt en goedkoper zijn dan ziekenhuiszorg. Juist die samenwerking is cruciaal voor het beste effect.
Leefstijl in het gewone leven
“Leefstijl is iets van ons allemaal en vindt vooral plaats in het gewone leven. Wij als mensen uit de zorg zijn maar korte bezoekers in het leven van een patiënt. Dus leefstijl zit vooral in school, in werk en in de rest van het leven”, trapt Bertine Lahuis, voorzitter NFU en Raad van Bestuur Radboudumc, de dag af. Extra aandacht moet er zijn voor gezondheidsverschillen. Lahuis: “Als we vergeten te kijken naar hoe mensen wonen, werken en leven, missen we de boot. Dan maken we de gezondheidsverschillen alleen maar groter. Wij als zorgprofessionals en beleidsmakers kunnen helpen organiseren, kennis brengen en de beweging tot stand te brengen.”
Gezondheidsverschillen zijn enorm
En die gezondheidsverschillen zijn enorm, benadrukt Sanne Niemer, adviseur gezondheidsachterstanden bij Pharos. “Daarom moeten interventies aangepast worden aan wat iemand nodig heeft. Er bestaat geen one-size-fits-all. Behandel mensen dus ongelijk, daar bereik je veel meer effect mee. Kijk goed waar iemand mee te maken heeft. Geldzorgen, discriminatie, slechte woningen, overlast in de buurt. Dat alles veroorzaakt chronische stress, waardoor mensen zowel fysiek als cognitief problemen kunnen krijgen. Daar moet je dus iets mee als je kijkt naar gezondheid. Bovendien is de gezondheidszorg best ingewikkeld. Neem bijvoorbeeld de bewegwijzering in het ziekenhuis, dat is al ingewikkeld. Dat soort dingen zie je overal terug. Zo’n 1 op de 4 Nederlanders heeft beperkte gezondheidsvaardigheden. Dus wees je ervan bewust dat je iedere dag minstens 1 patiënt hebt, die moeite heeft met het vinden, begrijpen en toepassen van de informatie. Zet de mens centraal, met aandacht voor hun dagelijkse leven, omstandigheden, waardes en behoeftes.”
Opkomst van leefstijlzorgloketten
Een relatief grote verandering in het integreren van leefstijl die momenteel gaande is in veel ziekenhuizen, is de opstart van leefstijlzorgloketten. Hiermee kan leefstijl een grotere plek krijgen in de zorg, zonder dat dit in het toch al korte consult bij de arts erbij komt. Ruim 50 academische en perifere ziekenhuizen hebben zo’n loket, hoewel de naam varieert. Drie ziekenhuizen presenteerden hoe zij dit vormgeven. Want niet alleen in de naam, ook in de opzet zijn de loketten soms verschillend. Met name in de mensen die het loket bemannen; vaak zit er sowieso een leefstijlcoach, die al dan niet ondersteund wordt door een verpleegkundige of arts, iemand van de gemeente of de GGD of andere disciplines. Vaak hangt dit samen met netwerken die al bestaan in een bepaalde regio.
In de basis is de opzet van de loketten in grote lijn hetzelfde: een patiënt komt bij een specialist die signaleert dat iemand hulp op het -brede- gebied van leefstijl nodig heeft. Die specialist verwijst diegene naar het leefstijlloket, waar een intake van 45-60 minuten plaatsvindt. In dat gesprek zoekt de patiënt samen met de (meestal) leefstijlcoach uit welke ondersteuning nodig is en waar dat geboden kan worden in de 0e of 1e lijn. Via een leefstijlzorgloket komen patiënten bij het juiste aanbod terecht.
Uniformiteit van loketten
Een vervolgstap van onder meer de Coalitie in de zorg is om te kijken naar hoe de leefstijlzorgloketten uniform geregeld kunnen worden, rekening houdend met de lokale verschillen. “Voor de brugfunctie moeten we kijken hoe we leefstijlzorg structureel kunnen organiseren”, vertelt Liesbeth van Rossum van het ErasmusMC. “Leefstijl staat al benoemd in de meeste medisch specialistische richtlijnen, dus het is evidence based en het is geen nieuwe zorg.”
Eva Smit van het Rijnstate Ziekenhuis geeft als tip mee: “Start gewoon en ga het ervaren. Stap 1 is naar buiten treden met de boodschap dat je de nadruk op gezondheid wil leggen. In onze gemeente waren andere partijen direct enthousiast. Wij zijn begonnen met een tiental enthousiaste artsen en verpleegkundigen die doorverwijzingen wilden doen. Inmiddels zijn het er zo’n 100 tot 150. Maar het is niet iets wat je ‘erbij doet’. Ik ben als programmamanager hele dagen bezig om linkjes te leggen en gesprekken te voeren. Dan werkt het.”
eZorgpad
Ook andere voorbeelden passeerden de revue. Zo vertelde Marjolein de Jong, voorzitter Raad van Bestuur Gelderse Vallei over hun eZorgpad. Zij ondersteunen hun patiënten met adviezen en informatie voordat ze geopereerd worden, zodat zij zo fit mogelijk de operatie in gaan, en dan ook sneller herstellen. Dit doen ze onder meer via de Eetscore; een vragenlijst ontwikkeld en getest door de Wageningen Universiteit om een beeld te krijgen van de voedingssituatie en daar specifiek verbeteringen in te kunnen begeleiden. De Jong: “De patiënt kan er thuis mee aan de slag, en aan de dokterskant is het gekoppeld aan het EPD. De dokter krijgt dus te zien hoe het met de voedingsstatus is, kan dit tijdens het consult aanstippen en eventueel doorverwijzen.”
Sociale kaart
Rogier Verstralen, Projectleider Beter Gezond, vertelt over hun systeem om sneller en makkelijker door te verwijzen. “Er zijn zo’n 60.000 professionals in NL die gespecialiseerd zijn in aspecten van leefstijl zoals voeding, roken, beweging, mentale gezondheid, eenzaamheid en geldzorgen”, vertelt hij. “Daar zijn allemaal interventies voor die worden vergoed door de zorgverzekeraar of de gemeente als het plaatsvindt in sociaal domein. Maar die interventies zijn moeilijk te vinden”. Om een overzicht te krijgen van deze interventies is het platform Beter Verwijs opgezet. Daarmee krijg je een snel overzicht van wat er in de regio is. Deze kaart wordt nog steeds uitgebreid met nieuwe partijen die zich aansluiten.
Zorg voor de patiënt, maar ook voor jezelf
Naast de zorg voor de patiënt, moeten zorgprofessionals ook voor hun eigen vitaliteit en gezondheid zorgen. Daar speelt de opzet van de organisatie een grote rol in, vertelt Jeroen Kluytmans, manager duurzame inzetbaarheid bij DSM-Firmenich. “Er worden veel faciliteiten aangeboden, maar vaak maar beperkt gebruikt. Het gaat om de bedrijfscultuur. Werkstress los je bijvoorbeeld niet op met een mindfulnesscursus. Ook hier geldt het ongelijk behandelen, want wat heeft iemand nodig? Dat is voor iedereen anders. Laat mensen bijvoorbeeld het werk zo organiseren zoals ze zelf willen. Luister naar wat mensen nodig hebben; een kapot karretje of slecht werkende luxaflex kunnen voor een manager onbenullig lijken, maar kunnen voor de werknemer van groot belang zijn. Er zijn ook bedrijven die mensen zelf regie geven over het vullen van de dienstroosters. Dat is heel spannend; in het begin zijn weinig mensen enthousiast. Maar als het eenmaal is ingevoerd, wil niemand meer anders. Mensen voelen zich voldoende verantwoordelijk voor het vullen van de roosters en het geeft ze veel eigen regie. Ga de dialoog aan en kijk wat er kan. Dat brengt het verzuimpercentage omlaag, productiviteit omhoog, verhoogt de flexibiliteit en het ontwikkelvermogen van medewerkers. Maar ook hier geldt: dit goed doen vraagt om een aanzienlijke investering in tijd, geld en mankracht.
Van ziekenhuis naar gezondheidshuis
Hanneke Molema, programmamanager Coalitie Leefstijl in de Zorg en Edwin van der Meer, lid bestuur NVZ vatten de dag mooi Rotterdams en Amsterdams samen. ‘Niet lullen maar poetsen’ en ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt’. Van der Meer: “Zorg dat je de patiënt begrijpt, probeer je te verplaatsen in de belevingswereld van wie tegenover je zit. Zodat we mensen die het moeilijk hebben beter gaan begrijpen en kunnen helpen te zien wat er moet gebeuren. Verplaats je in die ander en probeer uit de bestuurlijke toren en beleidsmatige toren los te komen om te zien wat er kan verbeteren. Uiteindelijk zetten we met elkaar een beweging in gang.”