De WHO vraagt in een nieuw uitgebracht rapport aandacht voor het hoge aantal overlijdens aan niet-overdraagbare aandoeningen, die grotendeels worden veroorzaakt door een ongezonde leefstijl en leefomgeving. Samen met mentale problemen zijn deze aandoeningen wereldwijd verantwoordelijk voor 74 procent van alle overlijdens, en in Nederland voor 88 procent. De meeste van deze overlijdens zijn te voorkomen door goede preventie.
De 4 meest voorkomende niet-overdraagbare aandoeningen (noncommunicable diseases (NCD’s)) zijn hart- en vaatziekten, kanker, diabetes, en chronische respiratoire aandoeningen (met name astma en COPD). Hoewel dit soms als problemen van hoge-inkomenslanden worden gezien, is dit niet het geval. In landen met hogere inkomens overlijden over het algemeen wel relatief meer mensen aan NCD’s, maar ook in landen met lage en middellage inkomens is het overlijden aan NCD’s een groot probleem. In Nederland is 31 procent van de overlijdens aan NCD’s toe te schrijven aan kanker, 24 procent aan hart- en vaatziekten, 8 procent aan respiratoire aandoeningen (astma en COPD) en 2 procent aan diabetes.
Leefstijl als belangrijkste oorzaak
Een ongezonde leefstijl en een ongezonde leefomgeving zijn wereldwijd verantwoordelijk voor het grootste deel van de overlijdens aan deze 4 belangrijkste NCD’s. Roken en ongezonde voeding (zowel ondervoeding als overvoeding) zijn de 2 belangrijkste risicofactoren, gevolgd door alcoholgebruik en fysieke inactiviteit. Deze factoren leiden onder meer tot hoge bloeddruk, overgewicht en obesitas, verhoogd bloedglucose en hoog cholesterol. Ook is een deel van de aandoeningen te wijten aan luchtvervuiling, zowel binnenshuis als buitenshuis.
Wat kunnen we eraan doen?
Door het inzetten van onderbouwde interventies gericht op leefstijl en de omgeving, kan het grootste deel van deze ziektegevallen worden voorkomen. Het gaat hierbij niet alleen om individuele preventie, maar juist vooral ook om interventies die gericht zijn op sociale, culturele en omgevingsfactoren. De omgeving waarin mensen leven maakt het moeilijk, of onmogelijk, om gezonde keuzes te maken, beschrijft de WHO. Hiervoor is ingrijpen van de overheid nodig, bijvoorbeeld door het beperken van reclame voor ongezonde voeding of het heffen van (extra) belasting op ongezonde producten. Maar ook de gezondheidszorg moet zo ingericht worden dat niet-overdraagbare aandoeningen kunnen worden voorkomen, goed worden vastgesteld en effectief worden behandeld. Zorgprofessionals moeten bijvoorbeeld de kennis en de middelen hebben om mensen met deze aandoeningen goed aan te kunnen pakken, schrijft de WHO. Ook patiënten zelf kunnen hier een rol in spelen door mee te beslissen over hoe ze het best met hun aandoening om kunnen gaan, en ook in het meedenken over (nationale) preventie.
Investeren loont
Tot slot berekent de WHO hoe investeren in preventie uiteindelijk kostenbesparend kan zijn. Wereldwijd gezien levert iedere Amerikaanse dollar die besteed wordt aan gezonde voeding bijna 12 dollar op. Voor alcohol is dat ruim 8 dollar, tabak 7 dollar en fysieke inactiviteit 3 dollar. Alleen met voldoende investeringen lukt het om het aantal niet-overdraagbare aandoeningen wereldwijd terug te brengen.