Wie in Amsterdam met de metro van het centrum naar Noord gaat, overbrugt binnen een paar haltes een gezondheidskloof van 23 jaar in gezonde levensjaren tussen theoretisch en praktisch geschoolde mensen. Voor een nieuw kabinet is het terugdringen van de gezondheidskloof een morele opgave, stelt René Héman, voorzitter KNMG, in de podcast Voorzorg. “Betere gezondheid begint bij bestaanszekerheid.”
De gezondheidskloof is nog nooit zo groot geweest. Mensen met een hoge SEP (sociaal-economische positie, hoog inkomen en opleiding) leven 8 jaar langer en 23 jaar langer in goede gezondheid dan mensen met een lage SEP. “We worden gemiddeld 80 jaar. Mensen met een lage SEP overlijden gemiddeld dus op hun 72e. En ze krijgen al rond hun 50e al gezondheidsklachten, terwijl dat bij mensen een hoge SEP pas rond hun 70e begint.”
Gezondheidskloof
De gezondheidskloof heeft een enorme impact op het welbevinden van mensen met een lage SEP en ook op hun gezin. “Ze zijn vaker ziek en verzuimen meer. Ze zijn economisch minder betrokken, terwijl we iedereen in de samenleving hard nodig hebben. Bovendien is het een ethische opgave voor een nieuw kabinet om de gezondheidskloof terug te dringen. Als je in Amsterdam centrum de metro neemt naar Noord, ben je in een paar haltes van een postcode met hoge SEP in een lage SEP. Het kan niet zo zijn dat je postcode je gezondheid bepaalt.”
Tropenarts
Héman vertelt hoe hij als tropenarts in Zambia het thema gezondheidsverschillen indringend op het netvlies kreeg. “Diarree, ondervoeding en bloedarmoede ten gevolge van malaria waren er de grootste gezondheidsproblemen. Om bijvoorbeeld diarree te voorkomen, zette we in op schoon drinkwater en de bouw van pitlatrines om rivieren beter schoon te houden.”
Leefstijl en bestaanszekerheid
Huisartsen waren in de 19e eeuw ook bezig met riool. Dat was toen de gamechanger voor betere gezondheid. Wat is de gamechanger in de 21e eeuw?
Daarvoor pakt Héman noemt het gezondheidsmodel van Lalonde bij de hoorns. Dat onderscheidt vier determinanten die gezondheid bepalen. Dat zijn genetische aanleg (22 procent); het gezondheidsstelsel (11 procent); leefstijl (36 procent); fysieke en sociale omgeving (31 procent). “Met die laatste twee factoren heb je dus veel invloed op gezondheid. Leefstijl is in principe individueel, maar de omgeving bepaalt het succes. Circa 70 procent van wat supermarkten aan voedsel verkopen verkopen is ongezond. Daarvoor kun je beleid maken. Je kunt supermarkten dwingen gezond voedsel te verkopen. En ze ertoe aanzetten om mensen te verleiden om dat gezonde voedsel te kopen.”
Geen btw op groente en fruit
Is dat niet betuttelen? “Als mensen niet weten wat ongezond is, dan is het geen vrije keuze. Als overheid heb je de middelen om er een vrije keuze van te maken. Bovendien moet de overheid ervoor zorgen dat de gezonde keuze betaalbaar is. Dus geen btw heffen op groente en fruit.”
“Een goed voorbeeld is de gezonde schoollunch in Heerlen. Uit onderzoek blijkt dat de kinderen het niet alleen lekker vinden, ze willen het thuis ook. Dus de kinderen beïnvloeden de gezinnen. Als je kinderen goed voorlicht, maken gezinnen gezondere keuzes.”
Preventieakkoord
In het Preventieakkoord van 2018 zijn ambitieuze doelen voor 2040 afgesproken, rond roken, alcohol en overgewicht. Maar in veel opzichten ligt Nederland totaal niet op koers. “De afspraak was om op de gezondheidsdoelen te sturen, maar ze zijn juist afgezwakt. Bij roken is er wel vooruitgang, maar de prijsverhoging van tabak en de ban uit de supermarkten is vertraagd. Rond alcohol is er niks gebeurd, en bij overgewicht ook nauwelijks. Weerstand in politiek maakt het ingewikkeld. Daardoor haal je de doelen niet.”
Cynische ‘verontwaardigingscyclus’
Met als gevolg dat de gezondheidskloof de afgelopen decennia alleen maar is toegenomen. Er is zelfs sprake van een cynische ‘verontwaardigingscyclus’: onderzoek toont aan dat de gezondheidskloof groeit; maatschappelijke verontwaardiging leidt tot vrijblijvende ambitieuze doelen; machtige lobbypartijen zwakken die af; waardoor onderzoek vier jaar later aantoont dat de doelen niet zijn gehaald en de gezondheidsverschillen weer zijn toegenomen. Hoe doorbreken we die cyclus?
Wettelijke gezondheidsdoelen
De vrijblijvendheid valt alleen te doorbreken met langetermijndoelen, die wettelijk zijn verankerd, stelt Héman. Daarom pleitte hij in 2021 al voor een Preventiewet met wettelijke gezondheidsdoelen, net zoals voor klimaat. “Als we gezondheidsdoelen willen halen, dan kunnen we ze niet afhankelijk maken van de politieke wind die elke vier jaar uit een andere hoek waait. Als je roken nu verbiedt, zie je de effecten pas over twintig tot dertig jaar. Dat is ingewikkeld voor de politiek. Maar het is echt een kwestie van lange adem. Je moet nu beginnen als je doelen in 2040 wilt behalen.”
Health in all policies
Verder zou een nieuw kabinet moeten inzetten op ‘health in all policies’. Alle departementen moeten hun beleid toetsen op het effect op gezondheid. “Het economische beleid rond Tata Steel moet je dus toetsen op de impact voor gezondheid.”
Dit artikel verscheen eerder op Zorgvisie.nl
Congres Dag van de Preventie – terugdringen van gezondheidsverschillen
Op 30 mei organiseert Zorgvisie een bijzondere editie van de jaarlijkse Dag van de Preventie. Samen met KNMG is het programma gevuld met toonaangevende experts uit binnen- en buitenland over het terugdringen van gezondheidsverschillen. Ze laten zien welke initiatieven in Europa succesvol zijn en wat de opgave voor Nederland is.
Sprekers zijn onder meer Bogi Eliasen (Director of Health, Copenhagen Institute for Futures Studies over Nordic Health), Timo Ståhl (Finse RIVM, voorvechter ‘health-in-all-policies’ in Finland), René Héman, (voorzitter KNMG), Joreintje Mackenbach-van Es (epidemioloog), Marike Knoef (SER en hoogleraar empirische micro-economie) en Jochen Mierau (hoogleraar economie volksgezondheid en Scientific Director Lifelines_NL). Aanmelden kan hier.