Pijn ontstaat niet door een verkeerde leefstijl, maar pijn kan wel chronisch worden door een niet geschikte leefstijl. Sterker nog, bij mensen met chronische pijn die ook een slaapprobleem hebben, moet je eigenlijk eerst inzetten op het verbeteren van slaap voordat oefentherapie goed effect kan hebben. Barrières tussen disciplines gaan vervagen door alle relaties tussen leefstijlfactoren, denkt Jo Nijs, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel.
Jo Nijs is kinesitherapeut in België en een van de bekendste onderzoekers van chronische pijn. De laatste jaren neemt de aandacht voor leefstijl bij chronische pijn sterk toe. Fysieke activiteit, stress, slaap en voeding zijn de 4 grootste factoren waarvoor meer en meer bewijs is. Voor een sedentaire leefstijl begint het bewijs te komen. “Als je kijkt naar die factor alleen zijn de resultaten niet spectaculair. Maar als je kijkt naar een combinatie van die leefstijlfactoren is dat wel spectaculair”, vertelt Nijs. De samenhang tussen leefstijlfactoren is zo sterk dat je het niet los van elkaar kunt zien. Daar is een mooi pad weggelegd voor allerlei patiënten om daar mee aan de slag te gaan. Maar het is voor iedere patiënt heel individueel.”
Slaap meepakken voor succesvolle interventie
Een van de belangrijke factoren waarvoor best wat evidentie is, is slaap. Naar schatting heeft 1 op de 2 mensen met chronische pijn een ernstig slaapprobleem. “Insomnia zien we het meest”, vertelt Nijs. “Insomnia werkt zeer invaliderend. Het ondermijnt de kwaliteit van het dagelijks leven, van het prestatievermogen. De vreugde om dingen te doen en ervan te genieten lijdt daar enorm onder. Om goed te kunnen herstellen is een goede nachtrust nodig. Zonder goede nachtrust kan oefentherapie niet goed reageren, is er weinig stresstolerantie en dan is je lichaam niet goed in staat om te anticiperen.”
“We hebben recent een onderzoek gedaan naar mensen met chronische rugpijn die allemaal insomnia hadden. Een deel van de groep kreeg oefentherapie en educatie, en bij het andere deel van de mensen zijn we ook insomnia gaan behandelen. In die groep zagen we duidelijk betere resultaten dan wanneer we de slapeloosheid niet behandelden. Bij andere populaties zien we dit ook terug, de resultaten zijn vrij eenduidig. Dat is een goed onderbouwde vorm van de patiënt helpen.” Nijs waarschuwt wel dat lang niet iedereen met chronische pijn een slaapprobleem heeft. “En we dus ook geen nocebo-boodschappen in die richting gaan afgeven.”
Terug te voeren op inflammatie
Met name metabole en inflammatoire processen zijn volgens Nijs bepalend in de link tussen leefstijl en chronische pijn. “Je kan veel terugkoppelen aan inflammatie. Ontstekingen zijn de eerste stap van het natuurlijke herstelproces. Maar door een slechte leefstijl en obesitas kunnen ontstekingen ontstaan en continu laaggradig aanwezig zijn. Laaggradig houdt in dat het niet zichtbaar is bij de bloedanalyse, de CRP heeft een vrij normale waarde. Het is pas detecteerbaar bij het meten van voldoende biomarkers.”
“Van die chronische laaggradige ontstekingen weten we dat het een voorspeller is voor allerlei ernstige aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2, kanker etcetera. Er zijn leefstijlfactoren die dat proces kunnen tegenwerken en onderhouden. Voeding is daar bijvoorbeeld belangrijk in. Bewerkt vlees, ultrabewerkte producten, te veel eten, verzadigde vetten, toegevoegde suikers kunnen de mate van inflammatie verhogen. Dat is pro-inflammatoire voeding. Anti-inflammatoire producten zijn bijvoorbeeld groente, peulvruchten, noten en koffie. Een recent gepubliceerd onderzoek laat zien dat mensen met aspecifieke lage rugpijn meer pro-inflammatoire voeding consumeren.”
Naast voeding kunnen ook stress, beweging en slaap inflammatie in de hand werken. “Voldoende fysieke activiteit heeft een anti-inflammatoire werking, en een gezonde stressreactie ook. Maar het gaat mis als stress chronisch wordt, dat werkt inflammatie juist in de hand. En ook hier is slaap belangrijk; 1 nacht slecht slapen zie je al terug in ontstekingsmarkers.”
Multimodale aanpak van pijn
Hoewel de link tussen laaggradige ontstekingen en chronische pijn een logische verklaring is, kan dit nog niet met wetenschappelijk bewijs onderbouwd worden. “We hebben het nog niet kunnen aantonen in onderzoek”, vertelt Nijs. “Maar we weten wel dat je chronische pijn het best aan kunt pakken door in te zetten op het verbeteren van meerdere leefstijlfactoren. Een volledige evaluatie van de patiënt is daarvoor van belang. Welke factoren zijn relevant, welke worden al aangepakt? Dat moet je bekijken en dan is het zaak om niet op alles tegelijk in te gaan zetten. Overleg met de patiënt en betrek hem in het verhaal. Vertel wat er kan gebeuren en wat de opties zijn. De patiënt neemt de beslissing over wat hij het meest haalbaar of opportuun acht. Vaak start je met 1 of 2 factoren, en als dat goed gaat, ga je verder.”
Evolutie in de zorg
Nijs beschrijft dit proces als shared decision making, met advies van de zorgprofessionals op basis van hun kennis. “Na het bepalen waar iemand mee aan de slag wil, moeten we kijken welke hulp iemand nodig heeft. In België is het bijvoorbeeld duidelijk dat voeding niet bij een fysiotherapeut ligt. Dat is bij ons bij wet voorbehouden aan artsen en diëtisten”, vertelt Nijs. “De fysiotherapeut kan wellicht wel wat advies geven over gezondheidsbevorderende leefstijl, maar dat is moeilijk en een grijze zone. Mogelijk moeten we op het gebied van chronische pijn toe naar een andere vorm van het organiseren van zorg, omdat de grenzen tussen disciplines wat gaan verdwijnen. In andere landen is er veel meer een extended scope, daar mogen andere zorgprofessionals dan artsen zelfs pijnmedicatie voorschrijven. Die barrières gaan vervagen, dat is de evolutie in de zorg die nu gaande is.”