Ga naar de inhoud
  • Medisch
  • GGZ
  • Congressen
  • Thema’s
  • Producten
  • Over ons
  • Partners
Menu
  • Medisch
  • GGZ
  • Congressen
  • Thema’s
  • Producten
  • Over ons
  • Partners
Nieuwsbrief

Leefstijl in het ziekenhuis: attitude bepaalt of het gesprek wordt gevoerd

  • Marjolein Streur
  • Webredacteur
  • 11 december 2025

Leefstijl speelt een steeds grotere rol in preventie en behandeling van ziekte, maar in het ziekenhuis is het leefstijlgesprek nog lang geen vanzelfsprekend onderdeel van de zorg. Dat blijkt uit een recente studie onder 45 zorgprofessionals, waarin artsen, verpleegkundigen en paramedici werden geïnterviewd over hun houding ten aanzien van leefstijl. “Attitude klinkt eenvoudig, maar blijkt in de praktijk een complex samenspel van factoren”, vertelt onderzoeker Marlinde van Dijk.

In het onderzoek werd gekeken naar de zogeheten voorfase van implementatie: hoe wordt leefstijl nu besproken, welke barrières en kansen zien zorgverleners en wat is er nodig om leefstijl structureel een plek te geven in de ziekenhuiszorg? Daarbij gebruikten de onderzoekers een theoretisch model om het begrip attitude beter te duiden. “Attitude wordt vaak gezien als iets wat positief of negatief is”, aldus Van Dijk. “Maar wij zien juist dat het wordt gevormd door ervaringen, vaardigheden, aannames over patiënten, tijdsdruk en de context waarin iemand werkt.”

Duidelijke verschillen tussen beroepsgroepen

Een van de belangrijkste uitkomsten is het duidelijke verschil tussen beroepsgroepen. “Paramedici zoals fysiotherapeuten, diëtisten en psychologen, en ook verpleegkundigen, staan over het algemeen positiever tegenover het bespreken van leefstijl”, zegt Van Dijk. “Voor hen is leefstijl vaak al onderdeel van hun opleiding en takenpakket. Ze zijn gewend om hierover in gesprek te gaan en voelen zich daar ook competenter in.”

Bij artsen ligt dat anders. “Daar zagen we meer bezwaren en ambivalentie. Leefstijl wordt soms gezien als iets waar ‘toch weinig aan te doen is’, of men twijfelt of patiënten wel te motiveren zijn. Ook speelt eigen effectiviteit een rol: ‘ik heb al zoveel andere dingen te bespreken, en nu moet dit er ook nog bij’.” Volgens Van Dijk is dat deels te verklaren door de geneeskundeopleiding, waar leefstijl pas de laatste jaren structureler aandacht krijgt.

Tijd versus prioriteit

Tijd blijkt een cruciale factor in de bereidheid om leefstijl te bespreken. “Een goed leefstijlgesprek kost tijd, en die tijd is er in het ziekenhuis vaak niet”, aldus Van Dijk. “Artsen hebben veel onderwerpen in korte consulten te bespreken. Dan wordt leefstijl al snel geen prioriteit.” Bij verpleegkundigen en paramedici is die tijd er vaker wel, waardoor leefstijl makkelijker onderdeel wordt van het gesprek.

Toch draait het niet alleen om tijd. “Het is ook een kwestie van prioriteit. Zelfs in korte consulten is er ruimte om leefstijl kort aan te stippen.” Daarbij spelen aannames over patiënten een grote rol. “Sommige zorgverleners denken bijvoorbeeld dat gezonder eten voor hun patiënt financieel niet haalbaar is, of dat iemand toch niet gemotiveerd is. Zulke aannames kunnen bepalend zijn voor of het gesprek überhaupt wordt gevoerd.”

De invloed van eerdere ervaringen

Het gebruikte model laat zien hoe sterk eerdere ervaringen doorwerken in de houding van zorgverleners. “Als iemand eerder met goede bedoelingen een leefstijlgesprek heeft gevoerd, maar dat leidde tot weerstand of teleurstelling, dan is de kans kleiner dat hij of zij het opnieuw probeert”, zegt Van Dijk. Met name bij artsen kwam in de interviews ook onzekerheid naar voren. Angst om het onderwerp verkeerd te brengen, de relatie met de patiënt te schaden of te weinig kennis te hebben.

“Leefstijlgesprekken vragen om specifieke communicatieve vaardigheden, zoals motiverende gespreksvoering”, legt Van Dijk uit. “Dat is vaak een apart onderdeel binnen communicatietraining, maar zit niet standaard in elke medische opleiding.”

Zelfeffectiviteit als sleutel

Een belangrijke kans ligt volgens de onderzoekers in het versterken van de zelfeffectiviteit van zorgprofessionals. “Mensen moeten zich competent en toegerust voelen om leefstijl te bespreken. Dat vraagt om scholing en oefening, maar ook om een werkomgeving waarin het normaal is om dit gesprek te voeren.”

Afdelingen waar leefstijl al vanzelfsprekend onderdeel is van de zorg, laten zien dat het makkelijker wordt als het in de cultuur zit. “Binnen de fysiotherapie is praten over bewegen en leefstijl heel normaal. Dat helpt enorm.” Ook praktische ondersteuning kan het verschil maken, zoals een leefstijlloket of duidelijke doorverwijsmogelijkheden. “Maar dan moet een zorgverlener wel weten waar iemand naartoe kan, en het gesprek moet alsnog gevoerd worden.”

Wie is verantwoordelijk?

Een groot terugkerend thema in de interviews is de vraag wie verantwoordelijk is voor het bespreken van leefstijl. “Vaak wordt gewezen naar de huisarts”, vertelt Van Dijk. “Maar veel mensen die regelmatig in het ziekenhuis komen, zien hun huisarts nauwelijks. Dan valt leefstijl tussen wal en schip.”

Binnen sommige specialismen is de urgentie duidelijk. “Bij keel-neus-oorchirurgie bijvoorbeeld weten we dat stoppen met roken – zelfs al drie weken voor een operatie – een groot verschil kan maken voor het herstel. Toch is het zorgpad om patiënten daarin te ondersteunen nog lang niet overal goed ingericht. Je kunt als arts wel weten dat iets belangrijk is, maar dat betekent niet automatisch dat het ook gebeurt.”

Attitude is meer dan scholing

De studie maakt duidelijk dat attitude veel complexer is dan alleen ‘meer onderwijs geven’. “Educatie is belangrijk, maar het zit ook in tijd, prioriteit, eerdere ervaringen, teamcultuur, patiëntverwachtingen en beschikbare middelen”, zegt Van Dijk. “Al die factoren samen bepalen of iemand het leefstijlgesprek aangaat of vermijdt.”

De studie laat zien dat leefstijl leeft in het ziekenhuis, maar ook dat er nog veel te winnen is. “Leefstijl hoort thuis in het ziekenhuis”, besluit Van Dijk. “Maar alleen als we oog hebben voor de realiteit van de zorgprofessional. Attitude verander je niet met één cursus, maar met tijd, vertrouwen en een omgeving die het gesprek ondersteunt.”

Gerelateerde artikelen

Psychiater Hans Rode
Grenzen als sleutel: verbeter werkplezier en patiëntcontact
Lees verder »
cardioloog Ferry van Alsemgeest
De cardioloog als voedingsexpert?
Lees verder »

Producten

Kwaliteit en veiligheid in patiëntenzorg

Boeken

Evidence-based diëtetiek – Principes en werkwijze

Boeken

Gedragsverandering

Boeken

Effectieve leefstijlgesprekken

Boeken

Leerboek voeding

Boeken

Leefstijlgeneeskunde in de praktijk

Boeken

Alle producten
Bekijk alle producten
2025 BSL Media & Learning, onderdeel van Springer Nature 
Privacy statement | Disclaimer | Voorwaarden
Search