Bij de behandeling en begeleiding van mensen uit verschillende culturen kunnen zowel kennis over de andere cultuur als de taal een uitdaging vormen. Hoe kan je hier in de spreekkamer het best mee omgaan en waar moet je rekening mee houden? Hierover spreekt Fadua el Bouazzaoui, oprichter van de Stichting Voorlichters Gezondheid, op het congres Leefstijlgeneeskunde in de spreekkamer. “Het is vaak geen kwestie van niet willen, maar van niet lukken of kunnen”, zegt El Bouazzaoui.
“Er zijn bij de behandeling van mensen uit andere culturen allerlei dingen waar je als zorgverlener mee te maken krijgt”, vertelt El Bouazzaoui. “Centraal daarbij staan de culturele aspecten. Dat komt op verschillende vlakken naar voren. In veel culturen is overgewicht bijvoorbeeld een vorm van sociale status. Of dik zijn staat gelijk aan gezond zijn. Maar check ook wat een patiënt verstaat onder ziek zijn. Wat betekent ziek zijn of juist gezondheid voor diegene en wat is de invloed daarvan op het leven? Ik ken voorbeelden van vrouwen die zwanger waren, die dan niet meer durfden te bewegen. Zij waren ervan overtuigd dat bewegen zou leiden tot een miskraam. Zulke dingen moet je boven tafel zien te krijgen.”
Wil je meer weten over cultuursensitieve zorg? Bezoek dan het Cultuursensitieve Zorg congres van 17 november 2023. >> Meer informatie |
Gewoontes van culturen in beeld
Het is belangrijk om inzicht te krijgen in gewoontes en daarop aan te sluiten. “Vertel een Marrokaan met diabetes bijvoorbeeld niet dat hij 2 sneetjes brood per dag mag eten. Voor hem staat dat ongeveer gelijk aan een kilo Nederlands brood. Als je niet aansluit bij hoe iemand tegen voeding aankijkt, hoe voeding wordt bereid en wat voor maaltijden iemand eet, dan lukt het niet om het voedingspatroon aan te passen. Sommige Marrokanen gebruiken brood bijvoorbeeld als lepel bij het avondeten. Dat soort dingen zijn goed om te weten”, aldus El Bouazzaoui.
Herkennen van barrières
Naast het culturele aspect kunnen taal en gezondheidsvaardigheden een barrière vormen. El Bouazzaoui: “Lang niet iedereen is de Nederlandse taal machtig. Hierdoor begrijpen mensen ten eerste niet goed wat er aan de hand is, en ten tweede niet goed wat ze moeten of kunnen veranderen. Toen mijn vader hoorde dat hij suikerziekte had, dacht hij dat hij geen suiker meer mocht, dus stopte hij met het eten van koekjes. Maar hij had geen idee dat het niet alleen daarom ging. Als arts of zorgverlener moet je zoiets herkennen en oppakken. Hoe kan je van mensen verwachten dat ze therapietrouw zijn, terwijl ze niet begrijpen wat ze moeten doen? De meeste mensen willen echt wel, maar dan moet het wel duidelijk voor ze zijn.”
“Wat nog te vaak gebeurt is dat mensen de bijsluiter niet kunnen lezen of de uitleg niet snappen en dan de medicatie verkeerd innemen. Dat mensen in het ziekenhuis komen voor een afspraak, maar de afdeling niet kunnen vinden en dan maar weer naar huis gaan. Als het te moeilijk wordt, gaan mensen zorg mijden. Ik ben heel blij dat er nu in bijvoorbeeld het Erasmus MC een taalpunt is, waar ze echt aandacht hebben voor dit probleem.”
Nederlands leren een must
Een taalcursus, eventueel alleen op het gebied van gezondheid, zou mensen met een taalbarrière een stuk verder kunnen helpen. “Een zorgverlener zou eigenlijk taal als medicijn moeten voorschrijven. Er zijn door heel Nederland cursussen Taal en Gezondheid. Veel mensen willen dat graag, maar zijn er vaak nog niet van op de hoogte”, vertelt El Bouazzaoui. Een andere optie is om gebruik te maken van een koffer met voorlichtingsmaterialen die duidelijk te begrijpen zijn. De materialen zijn wel in het Nederlands, want El Bouazzaoui is er voorstander van dat mensen Nederlands leren. “Je kunt een folder in de eigen taal meegeven, of mensen kunnen naar een huisarts gaan die hun eigen taal spreekt. Dan zijn ze op de korte termijn geholpen. Maar wat als ze naar het ziekenhuis moeten, of naar de apotheek of in een andere situatie terecht komen? Dan kunnen ze daar niks, en blijft het probleem in stand.”
In hun eigen kracht
“Wat je als zorgverlener kunt doen is in ieder geval zorgen dat de patiënt begrijpt wat je bedoelt. Vraag bijvoorbeeld niet of ze hebben begrepen wat je zegt, maar of ze in hun eigen woorden kunnen vertellen wat je net hebt uitgelegd. Doe voor wat ze moeten doen en vraag of ze het ook zelf kunnen laten zien. Heb een open houding, inzicht in de aspecten die een rol spelen en respect voor alle patiënten. En blijf tegelijkertijd jezelf. Mensen die in Nederland komen wonen moeten wennen aan hoe het hier werkt, en daar hebben ze hulp bij nodig. Doe het samen met de patiënt. Zo zet je mensen in hun kracht.”