Als we jongeren gezonder willen laten opgroeien, zal de fysieke en sociale omgeving moeten veranderen. Een omgeving die gezond en duurzaam eetgedrag bevordert, in plaats van de patatkramen bij schoolpleinen en de snoepautomaten in de aula. Dit is een van de uitkomsten van een onderzoek van Wageningen University in het SWITCH-project.
Adolescenten zijn een belangrijke doelgroep om gezond en duurzaam eetgedrag te stimuleren. Eetgedrag wat zij aangeleerd krijgen en de keuzes die ze in hun tienerjaren zelf steeds autonomer gaan maken, werken door tot in volwassenheid. Naast gezond eten, speelt daarbij duurzaamheid ook een rol aangezien het eetgedrag ook een impact heeft op het milieu. In 2020 is het SWITCH-project gestart om hier verder onderzoek naar te doen.
Wat is gezond en duurzaam?
Al eerder werd aan 33 experts uit verschillende disciplines voorgelegd wat zij verstaan onder gezond en duurzaam eetgedrag. Als belangrijkste thema’s hierin noemden zij de voedselproductie en herkomst, impact op de gezondheid van de mens en de planeet, richtlijnen zoals de Schijf van Vijf en EAT-Lancet, een gevarieerd en gebalanceerd eetpatroon, en specifieke voedingsgroepen – zoals het beperken van vlees, suiker en alcohol en meer consumptie van groente, fruit en water.
Wat hebben adolescenten nodig?
In een vervolgonderzoek keken de onderzoekers verder naar motiverende factoren en barrières voor adolescenten om gezond en duurzaam te eten. Hierover werden weer experts op dit gebied ondervraagd. De rol van leeftijdsgenoten noemden de meeste expert als belangrijke factor om mee te nemen in de interventies, gevolgd door de voedselomgeving rondom school. Ook de sociale invloeden zagen de experts als een belangrijk punt, net als de beschikbaarheid van voeding. Daarbij is een belangrijke factor in deze leeftijdscategorie (10-19) om rekening te houden met de toenemende autonomie.
Gezondere fysieke en sociale omgeving
Om gezond en duurzaam eetgedrag te kunnen vertonen, hebben adolescenten dus een leefomgeving nodig die ze zowel fysiek als sociaal ondersteunt om dit gedrag te laten zien. De groeiende autonomie tijdens de adolescentie biedt volgens de onderzoekers unieke kansen om jongeren een centrale rol te geven in de overgang naar gezondere en meer duurzame voedingspatronen.