Er bestaan meer dan 30 handleidingen en hulpmiddelen die zorgverleners kunnen gebruiken bij (het signaleren van) riskant alcoholgebruik. Hiervan is slechts een handvol bekend bij zorgprofessionals in de 1e en 2 lijn. Dit blijkt uit een onderzoek van het Nivel en het Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen & Verslaving (IVO), in opdracht van het Samenwerkingsverband Vroegsignalering Alcoholproblematiek (SVA).
In de 1e lijn schatten huisartsen en POH’s dat tussen de 6 en 18 procent van de patiënten alcoholgerelateerde problemen heeft. In de 2e-lijnszorg schatten medisch specialisten dit percentage op 11 procent en psychologen en psychiaters op 24 procent. Binnen al deze disciplines worden weinig of geen screeningsinstrumenten gebruikt hiervoor, terwijl die er wel zijn.
Registreren, informeren en doorverwijzen
Zo’n tweederde van de huisartsen en vier op de vijf POH’s-GGZ gaan vrijwel altijd zelf het gesprek aan met patiënten bij het vermoeden van riskant alcoholgebruik. Ook psychiaters, psychologen, psychotherapeuten en ggz-verpleegkundigen gaan bijna altijd zelf het gesprek aan. In de meeste gevallen rapporteren ze de uitkomsten hiervan dit in het patiëntendossier, adviseren en informeren ze de patiënt en geven ze een doorverwijzing. Hiervoor worden veelal de POH-GGZ of de verslavingszorg in de ggz ingeschakeld. De POH-GGZ verwijst daarnaast ook regelmatig door naar digitale interventies. In de 2e lijn wordt vaak de onderliggende problematiek geïnventariseerd en bieden de disciplines vaker zelf begeleidende gesprekken of coaching.
Vier bekende tools
Vier van de bestaande tools zijn goed bekend en worden hierbij ook regelmatig gebruikt. Dit zijn de NHG-richtlijn Problematisch alcoholgebruik, Thuisarts.nl, de Zorgstandaard Problematisch alcoholgebruik en alcoholverslaving en de Multidisciplinaire richtlijn Stoornissen in het gebruik van alcohol.
Het Samenwerkingsverband Vroegsignalering Alcoholproblematiek (SVA) heeft verschillende screeningsinstrumenten verzameld, waaronder de AUDIT-C, CAGE en FIVE-SHOT. Ook zijn er richtlijnen, handreikingen, bureaukaarten en overzichten van interventies beschikbaar. Zorgverleners blijken nog niet of nauwelijks bekend te zijn met deze, of andere, hulpmiddelen. Mogelijk kan meer bekendheid van deze middelen leiden tot een betere vroegsignalering van riskant alcoholgebruik.