Sociale media zijn niet meer weg te denken uit onze samenleving. Vereenvoudigen deze ons leven en helpen sociale media ons om meer verbonden te zijn, of zorgt het sociale media gebruik juist voor meer onzekerheid, stress en eenzaamheid?
Uitspraak van een cliënt in de spreekkamer: ‘Ik voel me eenzaam en onzeker. Ik zoek afleiding en post foto’s in de hoop aandacht en bevestiging te krijgen. Plotseling is het een paar uur later en zit ik nog te scrollen, overvallen door het gevoel dat iedereen gelukkiger is dan ik en dat ik in mijn leven achter de feiten aanloop.’ Dergelijke uitspraken van cliënten zullen voor veel behandelaars herkenbaar zijn. Als gz-psycholoog kan het in het kader van de behandeling, en voor het welzijn van de cliënt, belangrijk zijn om diens socialemediagebruik te peilen. Wat is hierover bekend uit onderzoek? In deze bijdrage bespreken we de stand van zaken in het onderzoek naar de mentale effecten van socialemediagebruik en naar de psychologische processen die daarbij een rol kunnen spelen. Vervolgens geven we tips om cliënten op een gezonde manier te leren omgaan met sociale media.
Verlichten of belasten sociale media ons leven?
De afgelopen jaren verschenen er in de media veel alarmerende artikelen over de effecten van ons toegenomen socialemediagebruik. Sommige onderzoekers stellen zelfs dat ons mentale welzijn sinds de opkomst van sociale media en de smartphone dramatisch is achteruitgegaan. In andere studies daarentegen, wordt gesuggereerd dat het gebruik van sociale media juist allerlei positieve effecten heeft. Zo geven sociale media gebruikers toegang tot nieuwe informatie en vereenvoudigen ze het aangaan en onderhouden van offline relaties, aldus deze onderzoekers.
Het onderzoek naar de relatie tussen socialemediagebruik en welzijn geeft in elk geval geen aanleiding tot het trekken van eenduidige, laat staan dramatische conclusies. Dit betekent overigens niet dat er geen specifieke omstandigheden of populaties zijn die wel degelijk serieuze problemen ondervinden van het (overmatig) gebruik van sociale media. Daarom is het van belang om dergelijke factoren in kaart te brengen, zodat mensen bewust met sociale media leren omgaan en zij vooral de voordelen ervan kunnen blijven benutten.
Hoe vaak gebruiken we sociale media?
Eén belangrijke factor die bepaalt welke invloed sociale media op ons welzijn hebben, is de hoeveelheid tijd die we eraan spenderen. Het zijn namelijk vooral de hoogfrequente gebruikers die veel nadelen ondervinden van sociale media. Doordat de veelgebruikers vrijwel continu blootstaan aan digitale prikkels kunnen sociale media het risico op stressgeïnduceerde psychische stoornissen en slaapproblemen bij hen vergroten. Ook kan excessief gebruik van sociale media ervoor zorgen dat er minder tijd overblijft voor betekenisvolle offline relaties.
Daarnaast kan blootstelling aan sociale media het lichaamsbeeld en zelfbeeld van gebruikers naar beneden halen, wat uiteindelijk kan resulteren in eetproblemen en depressieve klachten. Ten slotte kan excessief gebruik onze werk- en schoolprestaties ondermijnen, omdat we daarvan worden afgeleid door het multitasken. Minder tijd besteden aan sociale media kan leiden tot een afname van depressieve gevoelens, een toename van positieve gevoelens en tot een hogere mate van tevredenheid over het eigen leven.
Hoe gebruiken we sociale media?
Behalve de gebruikstijd is ook de manier waarop we sociale media gebruiken van invloed op ons welzijn. In de literatuur wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen actief en passief mediagebruik. Voornamelijk het passieve online scrollen zou volgens de literatuur verband houden met depressie, sociale angst, lage zelfwaardering en ontevredenheid met het eigen lichaam. Daarnaast houdt ook het actief posten van gefilterde selfies verband met een negatief zelfbeeld en lichaamsbeeld. Het uitwisselen van privéberichten daarentegen, zou juist bevorderlijk zijn voor ons welzijn en voor de sociale steun die mensen in het dagelijks leven ervaren.
Ook de inhoud en lading van de gevolgde online profielen blijken bepalend voor ons welzijn. Online profielen waarin zelfliefde, ‘body positivity’ en authenticiteit centraal staan bijvoorbeeld, zullen onze zelfwaardering eerder verhogen en onze lichaamstevredenheid versterken; omdat dergelijke online profielen onrealistische maatschappelijke idealen in twijfel trekken.
Psychologische mechanisme en sociale media
Sociale vergelijking, zelfwaarde, zelfpresentatie, motivatie, en identiteit zijn belangrijke psychologische processen en constructen die van invloed kunnen zijn op of sociale media ons welzijn vergroten of verkleinen. Onderzoek laat zien dat blootstelling aan strategisch geselecteerde foto’s of video’s van anderen een negatieve invloed kan hebben op onze zelfwaardering. Mensen die worden blootgesteld aan geïdealiseerde beelden kunnen namelijk de indruk krijgen dat anderen het beter hebben, knapper zijn en/of meer verbonden met vrienden, waardoor zij zich onzeker kunnen gaan voelen over hun eigen leven.
Hoe meer iemands zelfwaardering afhangt van de goedkeuring van anderen, hoe vatbaarder die persoon logischerwijs is voor de negatieve invloeden van sociale media. Dan zal de neiging immers groter zijn om het aantal likes en strategisch gepresenteerde beelden van anderen als maatstaf te nemen voor het eigen succes; met als gevolg dat zelfwaardering afhankelijk wordt van de mate waarin aan de veronderstelde externe normen is voldaan (bv. sociale status).
Volgens de Zelfdeterminatietheorie zal een focus op externe normen de zelfregulatie van mensen verminderen, omdat zij daarmee verbinding verliezen met de eigen basisbehoeften. Dit proces kan na verloop van tijd ten koste gaan van het gevoel van eigenwaarde en het kan stress, angst en depressieve symptomen oproepen. De motivatie om sociale media te gebruiken, zal daarin een cruciale rol spelen. Als mensen sociale media gebruiken vanuit de extrinsieke behoefte om te vluchten van negatieve emoties, of om bevestiging te krijgen, verhoogt dit het risico op excessief mediagebruik en verminderd welzijn.
Het socialemediagebruik kan echter ook voortkomen uit de intrinsieke behoefte aan sociale verbinding, inspiratie en de uitwisseling van informatie; en dan zal het sociale mediagebruik ons mentale welzijn juist bevorderen. Tot slot kan het gebruik ook een rol spelen in de ontwikkeling van onze identiteit, omdat we ons via sociale media naar de buitenwereld presenteren. Als de online identiteit te veel afwijkt van wie we werkelijk zijn, zou dit uiteindelijk kunnen leiden tot identiteitsproblemen bij jongvolwassenen die hun identiteit nog aan het ontwikkelen zijn. Deze discrepantie tussen het echte zelf en het ideale zelf zou de stabiliteit van het zelfbeeld en het gevoel van eigenwaarde kunnen aantasten.
Tips voor gezond sociale media gebruik
Alles overziend lijkt het vooral belangrijk dat mensen bewust met sociale media omgaan. Met behulp van de volgende strategieën kunnen behandelaar en cliënt de overgang maken van onbewust naar bewust sociale mediagebruik:
- Beperk de gebruikerstijd
5. Gezinsleden kunnen gezamenlijk afspreken om de smartphone op gezette tijden uit het zicht te leggen.
- Bewust gebruik van sociale media
4. Schakel de ‘niet-storen-modus’ in tijdens werk/studie of ’s nachts.
- Gebruik sociale media vanuit intrinsieke motivatie
5. Maak de cliënt bewust van de vertekende beeldvorming op sociale media. Moedig hem of haar aan om negatieve accounts te ontvolgen en om accounts te volgen die de cliënt juist een goed gevoel geven.
Betrek jongeren bij het beslisproces
Voor een goed beeld is het belangrijk om zowel de individuele kwetsbaarheidsfactoren als de intensiteit, context en motivatie van het socialemediagebruik van cliënten te bevragen. Vervolgens kunnen de behandelaar en cliënt samen nagaan hoe sociale media op een gezonde manier gebruikt en/of afgebouwd kunnen worden. Bij het afbouwen moet er aandacht zijn voor zowel de interne (ongemakkelijke gevoelens) als externe triggers (meldingen) die het gebruik van sociale media stimuleren. Door het aanleren van emotieregulatiestrategieën, ademhalingstechnieken, meditatietechnieken en zelfcompassietechnieken kunnen mensen beter en meer bewust leren omgaan met emoties, waardoor zij niet meer hoeven vluchten in het socialemediagebruik.
Om weerstand te vermijden, is het cruciaal om jongeren te betrekken bij het beslissingsproces. Ouders zullen thuis vaak al veel kritiek op hun socialemediagebruik hebben geuit, dus autonomieondersteunende gesprekstechnieken kunnen een belangrijk onderdeel van de therapie zijn. Ook kan het nuttig zijn om ouders bij de behandeling te betrekken, zodat gezamenlijk kan worden overlegd over haalbare huisregels.
Referenties
- Twenge, J.M., e.a. (2020). Underestimating digital media harm. Nature Human Behaviour, 4(4), 346-348.
- Verduyn, P., e.a. (2017). Do Social Network Sites Enhance or Undermine Subjective Well-Being? A Critical Review. Social Issues and Policy Review, 11(1), 274-302.
- Orben, A., & Przybylski, A.K. (2019). The association between adolescent well-being and digital technology use. Nature human behaviour, 3(2), 173-182.
- Huang, C. (2017). Time spent on social network site and psychological well-being: A meta-analysis. Cyberpsychology, Behavior, and Social Networking, 20(6), 346-354.
- Sriwilai, K., & Charoensukmongkol, P. (2016). Face it, don’t Facebook it: impacts of social media addiction on mindfulness, coping strategies and the consequence on emotional exhaustion. Stress and Health, 32(4), 427-434.
- Gupta, N., & Irwin, J.D. (2016). In-class distractions: The role of Facebook and the primary learning task. Computers in Human Behavior, 55, 1165-1178.
- Graham, S., e.a. (2021). Taking a break from social media improves wellbeing through sleep quality. Cyberpsychology, Behavior, and Social Networking, 24(6), 421-425.
- Faelens, L., e.a.(2021). The relationship between Instagram use and indicators of mental health: A systematic review. Computers in Human Behavior Reports, 4, 100121.
- Faelens, L., e.a. (2019). Negative influences of Facebook use through the lens of network analysis. Computers in Human Behavior, 96, 13-22.
- Ryan, R.M., & Deci, E.L. (2017). Self-determination theory: Basic psychological needs in motivation, development, and wellness. New York, NY: Guilford Press Publications.
- Manuog˘lu, E., & Uysal, A. (2020). Motivation for different Facebook activities and well-being: A daily experience sampling study. Psychology of Popular Media, 9(4), 456.
- Fullwood, C., e.a. (2016). Self-concept clarity and online self-presentation in adolescents. Cyberpsychology, Behavior, and Social Networking, 19(12), 716-720.
Over De Auteurs
Eowyn Van de Putte behaalde een doctoraat in de cognitieve neurowetenschappen en werkt als postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit Gent. Ze doet onderzoek naar de impact van sociale media op welzijn en geeft als klinisch psychologe therapie met psychedelica om mensen meer bewust en vrij in het leven te laten staan.
Lien Faelens behaalde haar doctoraat in de klinische psychologie over de relatie tussen sociale media en welzijn. Ze is klinisch psycholoog online hulpverlening bij CGG Waas en Dender en verzorgt cursussen voor de Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen (VVKP).
Ernst Koster is hoogleraar aan Universiteit Gent en werkt als gedragstherapeut bij Praktijk De Burcht. Hij doet onderzoek naar mechanismen van emotionele problemen.