Het is een vreemde paradox: aan de ene kant staat Nederland steevast bovenaan in de lijstjes van meest gelukkige landen ter wereld; doorgaans strijden we met de Scandinavische landen om de ereplaatsen. Maar tegelijkertijd staat de ggz het water aan de lippen, groeien de wachtlijsten en schijnen met name steeds meer jongeren in geestelijke nood te zijn.
Rara, hoe kan dat?
Om dit te begrijpen, moeten we misschien eerst onze problemen in perspectief zien, denkt geluksexpert Patrick van Hees, oprichter van het CHAP Happiness Institute. Want Nederland is over het algemeen inderdaad een gelukkig land. “We zijn in de eerste plaats rijk, wat veel zaken natuurlijk makkelijker maakt, maar de goede kwaliteit van onze geestelijke gezondheidszorg is daarbij ook een belangrijke factor. En ja, die staat onder druk, maar in veel andere landen bestaat een ggz zoals wij die hebben niet eens.”
Van Hees, die vier bestsellers schreef over geluk en spreker is tijdens de masterclass Sturen op Werkgeluk, denkt in ieder geval niet dat de zoektocht naar persoonlijk geluk een soort luxeprobleem is. “Er is absoluut meer aandacht voor geluk en geestelijk welzijn, maar zo lang het geen fixatie wordt, lijkt me dat alleen maar een goede zaak. Vroeger zaten mensen misschien veel vaker vast in een ongelukkig huwelijk, een baan met een vreselijke baas of een pessimistisch denkpatroon, waar ze voor hun gevoel niets aan konden veranderen. Nu is het veel normaler om te praten over gevoelens, en over wat je kunt doen om je persoonlijk geluk te vergroten.”
Geestelijke arbeid
Die ontwikkeling is mede op gang gebracht doordat de aard van ons werk is veranderd, denkt Van Hees. ‘We’ zijn over het algemeen steeds minder fysieke en steeds meer geestelijke arbeid gaan verrichten, en ook de hoeveelheid informatieprikkels is enorm toegenomen. Het gevolg is onder andere dat er nu meer burnoutverschijnselen zijn onder professionals dan een aantal decennia geleden, terwijl mensen vroeger vaker lichamelijk werden afgekeurd. Tegelijkertijd heeft het er ook voor gezorgd dat geluk, of werkgeluk – volgens Van Hees gaan die twee begrippen hand in hand – steeds vaker op de radar staat van organisaties.
Bovendien weten we ook steeds meer over ‘geluksvoorspellers’, en het bevorderen van geestelijk welzijn. “Van oorsprong gaat de psychologie met name over de bestrijding van depressies, angststoornissen en dergelijke,” aldus Van Hees. “Maar de laatste twintig jaar is er ook steeds meer aandacht voor de versterking van positieve gevoelens, en wat we in dat opzicht bijvoorbeeld kunnen leren van mensen in dezelfde situatie. Neem verpleegkundigen in een groot ziekenhuis. Ze hebben het allemaal druk, maar de een komt fluitend binnen terwijl de ander de hele dag loopt te zuchten en te steunen. Hoe kan dat? En hoe kun je ervoor zorgen dat zoveel mogelijk verpleegkundigen fluitend aan het werk gaan?”
Interventies
Natuurlijk, mensen verschillen van elkaar. Of het nu is aangeboren of aangeleerd: de een is van nature een sociaal dier, terwijl de ander bijvoorbeeld wat gevoeliger is voor stress en tegenslag, of wat meer de neiging heeft om mee te gaan in negatieve gedachtes. Maar dat neemt niet weg dat geluk voor een belangrijk deel maakbaar is, aldus Van Hees. En dat betekent ook dat leidinggevenden concrete interventies kunnen doen om het (werk)geluk van hun mensen te vergroten.
Het begint met het in kaart brengen van het ‘geluksprofiel’ van een medewerker. Al deze profielen samen leiden weer tot het geluksprofiel van een afdeling of de hele organisatie. Hoe ziet het dagelijks leven van bijvoorbeeld een team verpleegkundigen eruit? Sporten ze? Zoeken ze contact met anderen? Genieten ze van mooie dingen? En wat zijn hun denkpatronen? Is het glas altijd halfvol? Kunnen ze goed ontspannen, delen ze hun gevoelens, denken ze dat vroeger alles beter was? Van Hees: “Met die kennis kun je vervolgens weer gevalideerde interventies doen, door ‘gelukstips’ toe te passen waarvan wetenschappelijk onderzoek suggereert dat ze de meeste mensen helpen.”
Nu is geluk een veelzijdig begrip (Van Hees zelf spreekt over een ‘geluksboom’ met 28 blaadjes, waarvan er zoveel mogelijk tot bloei moeten komen), maar één van de belangrijke elementen van werkgeluk is de vraag of iemand zijn sterktes wel kwijt kan op dagelijkse basis. “Stel je bent analytisch heel goed,” zegt Van Hees. “Dan krijg je ook energie van analytisch werk, want het past gewoon bij wie jij bent. Als je als leidinggevende goed in kaart hebt gebracht wat de sterke punten zijn van je mensen, en je gaat ze op die manier ook inzetten, worden ze aantoonbaar gelukkiger.”
Life skills
Het gekke is: als je mensen vraagt naar dingen die ze gelukkig of ongelukkig maken, noemt de overgrote meerderheid privézaken. Geluk wordt, met andere woorden, niet bepaald door werkdruk of salaris, maar bovenal door de zorgen om een kind, een zieke moeder, of het plezier van vriendschappen. Je kunt dat als leidinggevende natuurlijk niet regelen, weet Van Hees, maar je kunt je mensen daar wel bewust van maken, en ze inzichten en hulpmiddelen aanreiken om ermee om te gaan. “In de zorgopleidingen leer je vooral hard skills: een infuus aanbrengen, nieuwe operatietechnieken en dergelijke. Bij leidinggevenden gaat het weer veel meer om soft skills: hoe leid je een vergadering, hoe stuur je een team aan. Ik ben van de afdeling life skills. In ieder leven, in werk en privé, gebeuren dingen – hoe kun je daar, onder de gegeven omstandigheden, toch optimaal mee functioneren? Hoe kom je, wat formeler gezegd, in de bovenste regionen van jouw gelukspotentieel?”
Het spreekt bijna voor zich dat gelukkige medewerkers over het algemeen ook productiever en creatiever zijn, zich minder vaak ziek melden en beter bestand zijn tegen burnout. Wat natuurlijk een bonus is, met name in de toch al door uitval en personeelstekort geplaagde zorg. Een organisatie die investeert in geluk, zal zijn mensen bovendien langer vast kunnen houden, aldus Van Hees.
In dat opzicht is de zorg een wat eigenaardige sector. Aan de ene kant is het in veel gevallen een roeping: je doet iets voor een ander, en daar krijg je doorgaans ook veel waardering voor van patiënten of cliënten – wat weer een impuls geeft aan het werkgeluk. Aan de andere kant is het voor zorgprofessionals misschien minder makkelijk om afstand te nemen van het werk, en zijn grote zorgorganisaties vaak minder goed in het tonen van waardering naar hun medewerkers. “De zorgzaamheid richt zich vaak op de patiënt, maar de zorg zelf zou nog wel wat beter voor zijn eigen mensen mogen zorgen,” denkt Van Hees. “Gelukkig komt daar de laatste tijd steeds meer aandacht voor, ook bij grote instellingen.”
Patrick van Hees is spreker tijdens de masterclass Sturen op werkgeluk, op 12 april 2024. Inschrijven is mogelijk via deze link.
Tekst: Johan Faber voor De Academie.