Het microbioom krijgt de laatste 15 tot 20 jaar veel meer aandacht. Twee microbiologen maken zich zorgen dat het teveel als een hype wordt, waardoor er ook veel verkeerde informatie de ronde doet. ‘Dit kan de voortgang en het algemene vertrouwen in het onderzoek schaden’, schrijven microbiologen Alan Walker en Lesley Hoyles in vakblad Nature Microbiology.
In hun pleidooi beschrijven Walker en Hoyles een aantal mythes en misvattingen over het microbioom. Als klein maar toch belangrijk punt noemen ze bijvoorbeeld dat het microbioom geen nieuw veld van onderzoek is. Hoewel het onderzoek ernaar de laatste jaren snel groeit, stammen de eerste onderzoeken al uit 1885. Begin 1900 spraken onderzoekers al over het belang van gunstige micro-organismen in de darmen. Ook de hersen-darm-as en de gezondheidsinvloed van metabolieten die geassocieerd zijn met het microbioom werden al ruim 40 jaar geleden beschreven.
Hoe groot en hoe zwaar is het microbioom?
Een andere misvatting is die over de grootte van het microbioom. In de literatuur wordt wel gesproken van 10 biljoen (1012) bacteriële cellen per gram ontlasting. Dat is wat overdreven zeggen ze, het ligt eerder tussen 1010 en 1011. Hetzelfde geldt voor het gewicht. Regelmatig is te lezen dat het microbioom 1 tot 2 kilo weegt. ‘Dit is wellicht het geval in zeldzame gevallen van mensen met ernstige constipatie met extreem compacte ontlasting’, schrijven Walker en Hoyles. ‘In werkelijkheid zal het niet meer dan 500 gram zijn, en in sommige gevallen nog veel lager.’ Ook is het niet zo dat we 10 keer meer microbiota bij ons dragen dan menselijke cellen. Hoewel de hoeveelheid per persoon varieert, ligt de verhouding dichter bij 1:1.
Relatie met gezondheid en ziekte
Belangrijkere misvattingen zijn er over de ziektes die gepaard gaan met interacties tussen het microbioom en de mens. Micro-organismen en metabolieten zijn niet zozeer in te delen in “goed” of “slecht” volgens de onderzoekers. De impact op hun gastheer is heel afhankelijk van de context. Zo kan bijvoorbeeld een E.coli in de dikke darm volledig onschuldig zijn, terwijl het in de urineleiders tot een infectie leidt. Clostridioides difficile kan het hele leven meegedragen worden, maar op oudere leeftijd als het immuunsysteem verzwakt en antibiotica wordt gebruikt ineens voor problemen zorgen.
Dysbiose moeilijk bruikbaar in de praktijk
Het is wel waar dat verschillende aandoeningen een correlatie hebben met veranderingen in de samenstelling van het microbioom. Dit wordt ook wel “dysbiose” genoemd. Het is heel waarschijnlijk dat dit bijdraagt aan de progressie van de ziekte bij sommige aandoeningen, waaronder ontstekingsziekten van de darm. Maar die veranderingen zijn nauwelijks consistent en er is veel variatie tussen mensen, zowel in gezondheid als ziekte. Dat maakt het heel moeilijk om in de praktijk vast te stellen waar het probleem zit. Dit komt mede omdat er vaak veel andere factoren meespelen, zoals leeftijd, BMI, geslacht, medicatie, metabole problemen en andere veranderingen in het lichaam waar het microbioom bij hoort.
Ook de uitspraak dat er een verstoorde balans is tussen de Firmicutes en Bacteroidetes bij mensen met obesitas is niet evidence-based. Deze misvatting komt vooral uit dieronderzoek en kleine onderzoeken met mensen. Inmiddels zijn er al minstens 3 meta-analyses verschenen die concluderen dat er geen specifieke link is.
Kritisch blijven
Kortom; de kennis rondom het microbioom is volop in beweging. De auteurs van dit artikel roepen op om uit te kijken dat de complexe werking van het microbioom niet overdreven vereenvoudigd wordt weergegeven, en dat we goed kritisch blijven op wat er wordt gezegd over het microbioom.