De overgang heeft een grote invloed op het werkvermogen van vrouwen, maar het is vaak nog geen onderwerp van gesprek. Klachten zoals opvliegers, stemmingswisselingen en slaapproblemen kunnen een grote impact hebben op de dagelijkse werkzaamheden. Het kan leiden tot verminderde productiviteit of zelfs verzuim. “Het mooiste zou natuurlijk zijn als bedrijfsartsen bij iedere vrouw van middelbare leeftijd een vraag stellen over de overgang, om zo het taboe te doorbreken”, aldus gynaecoloog Marije Geukes.
Marije Geukes, gynaecoloog in het ZGT Almelo, raakte tijdens haar opleiding geïnteresseerd in het onderwerp overgang en de gevolgen daarvan voor vrouwen op de werkvloer. Vrouwen met ernstige overgangsklachten moesten hun werkinhoud, werkuren of zelfs hun gehele baan aanpassen vanwege hun klachten. “Deze vrouwen waren niet meer in staat om hun werkzaamheden volledig uit te voeren,” legt Geukes uit. “Het werd duidelijk dat er een verband was tussen overgangsklachten en verminderd werkvermogen, maar in de literatuur werd dit nauwelijks beschreven.” Dit resulteerde in een wetenschappelijke studie en uiteindelijk een proefschrift waarin de relatie tussen overgangsklachten en werkvermogen centraal stond.
Minder werkvermogen bij ernstiger overgangsklachten
Werkvermogen verwijst naar de mate waarin een medewerker fysiek en mentaal in staat is om zijn of haar huidige werk uit te voeren. Dit blijkt sterk beïnvloed te worden door overgangsklachten. Vooral klachten binnen het psychologische en somatische domein, zoals stemmingswisselingen, angst en concentratieproblemen, spelen hierin een belangrijke rol. Uit het onderzoek blijkt dat vrouwen met ernstige overgangsklachten 8,4 keer zoveel kans hebben op een laag werkvermogen in vergelijking met vrouwen met milde klachten. Zo’n 75 procent van de vrouwen met ernstige overgangsklachten had een verminderd werkvermogen.
Taboe doorbreken: meer kennis voor bedrijfsartsen
Ondanks de duidelijke impact van de overgang op werkvermogen, wordt de overgang zelden geregistreerd als oorzaak van ziekteverzuim. “Veel bedrijfsartsen erkennen dat er een relatie is tussen de overgang en verminderd werkvermogen, maar vinden het lastig om deze relatie te beoordelen”, vertelt Geukes. “We zien het dan ook weinig terug in de oorzaken voor verzuim, terwijl het wel een eigen diagnosecode heeft. Waarschijnlijk worden de klachten vaak als stress of burnout bestempeld. Ruim een derde van de bedrijfsartsen geeft bovendien aan dat hun kennis onvoldoende is om overgangsklachten uit te vragen en vrouwen hierin te adviseren.” Volgens Geukes ligt hier een belangrijke kans voor verbetering: “Het is essentieel dat bedrijfsartsen meer bewust worden van de overgang en dat zij hier ook proactief naar vragen bij vrouwen van middelbare leeftijd.”
Interventies maken verschil
Een van de mogelijke oplossingen om de overgang bespreekbaar te maken, is het aanbieden van educatieve interventies op de werkvloer. In een recent onderzoek werden workshops georganiseerd voor werkneemsters over de overgang. Deze vrouwen kregen informatie over wat de overgang met hun lichaam doet en hoe zij met klachten kunnen omgaan. De resultaten waren positief: vrouwen die de workshop volgden, hadden meer vertrouwen in hun eigen kunnen (self-efficacy) tijdens de overgang, ervoeren minder productiviteitsverlies en hadden meer kennis over de overgang dan de vrouwen die alleen een informatiefolder ontvingen. “Het was een kleine studie met een korte looptijd. We kunnen dus niets zeggen over wat het doet op lange termijn, maar het is wel een veelbelovend resultaat. Relatief eenvoudige interventies kunnen mogelijk al een verschil maken,” aldus Geukes.
Behandelopties en de rol van hormoontherapie
Naast educatie speelt de juiste behandeling van overgangsklachten een belangrijke rol bij het verbeteren van het werkvermogen van vrouwen. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen die een behandeling krijgen die gericht is op het verlichten van overgangsklachten, zoals hormoontherapie, vaak verbetering ervaren in hun klachten. Deze verbetering gaat gepaard met een hoger werkvermogen, vooral wanneer het gaat om een afname van klachten in het depressieve domein. “En ook leefstijl speelt in alle aspecten een rol”, vertelt Geukes. “Als je een aantal gezonde leefstijlaanpassingen doet, dus meer bewegen, niet roken, minder alcohol, gezond gewicht, dan zie je ook dat je vaak veel minder klachten zult ervaren en je beter in je vel zit. Dan kom je die overgang waarschijnlijk makkelijker door.”
Stijgende aandacht voor de overgang in Nederland
Op het gebied van de overgang en het spreken erover zijn er positieve ontwikkelingen zichtbaar in Nederland. “In de maatschappij is het taboe wel redelijk aan het verdwijnen. Zeker omdat veel bekende Nederlanders zich daar nu ook over uitlaten. Dat draagt eraan bij dat het onderwerp meer bespreekbaar is. Ook zien we een ommekeer in de behandeling van overgangsklachten, dat bijvoorbeeld hormoontherapie makkelijker voorgeschreven wordt. Op de werkvloer is het nog net een ander verhaal. Maar ook daar zijn er best wat bedrijven die daar stappen in ondernemen; die workshops organiseren of het zelfs in de CAO opgenomen hebben. Dus ik heb goede hoop dat het taboe ook daar doorbroken gaat worden de komende jaren.”
Richtlijn voor bedrijfsartsen
Uit het onderzoek van Geukes kwam ook naar voren dat zo’n driekwart van de bedrijfsartsen behoefte heeft aan een richtlijn over de overgang. Geukes werkt hier momenteel aan met de Dutch Menopause Society (DMS) en de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB). Deze richtlijn moet bedrijfsartsen helpen om overgangsklachten beter te herkennen en om werkgevers te adviseren over ondersteunende maatregelen. Ook preventie wordt erin besproken, bijvoorbeeld door de overgang als vast onderdeel van een Preventief Medisch Onderzoek (PMO) te benoemen. “Het zou geweldig zijn als bedrijfsartsen bij elke vrouw van middelbare leeftijd vragen stellen over de overgang, ongeacht de reden van hun bezoek,” zegt Geukes. Dit zou kunnen helpen om het taboe rond de overgang te doorbreken en vrouwen de juiste zorg en ondersteuning te bieden.”