Als topvolleyballer met diabetes type 1 weet Bas van de Goor als geen ander hoe belangrijk het is om te sporten. “Ik weet: hoe meer ik beweeg, hoe efficiënter de insuline werkt. Beweging maakt cellen gevoeliger voor insuline en dat heeft enorme voordelen”. Dit geldt niet alleen voor diabetes type 1, maar ook voor type 2. Daarom richtte hij de Bas van de Goor Foundation op: om mensen met diabetes in beweging te brengen naar een betere kwaliteit van leven.
Als Van de Goor uitlegt hoe het werkt met glucose, insuline en bewegen, doet hij dat aan de hand van sleutels. “Insuline is de sleutel om de lichaamscel te openen, zodat de cel gebruik kan maken van glucose. Bij diabetes type 1 werken de sloten goed, maar zijn er geen sleutels. Die moet je dus zelf in het bloed brengen. Bij diabetes type 2 is er nog wel een aantal sleutels beschikbaar en kunnen de sloten heel stroef zijn. Daardoor heb je soms meer sleutels (meer eenheden insuline) nodig om de cel te openen. Beweging werkt als het ware als smeerolie in het slot: het zorgt ervoor dat het slot soepeler gaat. Dus dat de cel weer gevoelig wordt voor insuline. Daardoor is er minder insuline nodig voor hetzelfde effect, en dat maakt bewegen zo belangrijk bij diabetes.”
Voordelen van beweging bij diabetes type 1 en 2
Zowel bij diabetes type 1 als bij type 2 heeft bewegen grote voordelen, maar de werking is net even anders. “Bij type 1 kan je door veel te bewegen beter inschatten hoeveel insuline je nodig hebt om je bloedsuiker stabiel te houden. Als ik sport weet ik dat alle insuline die ik spuit superefficiënt werkt. Daardoor is het voorspelbaarder hoeveel ik nodig heb. Er zijn ruim 40 factoren die invloed hebben op de bloedsuiker. Activiteit is daar een van, maar denk bijvoorbeeld ook aan medicatie, suiker, koolhydraten, stress, hoogte, koorts, bij vrouwen de cyclus. Een gezond lichaam regelt zelf de bloedsuiker onder deze omstandigheden. Wij moeten dat zelf handmatig managen. Dan is het fijn om te weten dat de insuline die we gebruiken zo efficiënt mogelijk werkt.
Bij type 2 maakt het lichaam nog wel zelf insuline aan, maar vaak minder en de insuline werkt minder goed. “Beweging zorgt ervoor dat insuline beter kan worden opgenomen omdat de receptoren gevoeliger worden. Daardoor heb je minder insuline nodig voor hetzelfde effect. Dat is al een voordeel, maar het kan zelfs zo zijn dat je eigen insuline-aanmaak weer voldoende wordt. Bovendien, als je minder koolhydraten eet heb je ook minder sleutels nodig.”
Drempel over om te gaan bewegen
“Op het moment dat je gaat sporten moet je misschien even een drempel over”, vertelt Van de Goor. “Op een gegeven moment weet je bijvoorbeeld dat je voor 40 suikerklontjes 4 sleutels nodig hebt, dus 4 eenheden insuline. Maar als je gaat wandelen, gaan die sleutels misschien wel 2 keer zo hard werken. Dan heb je minder insuline nodig. Dat moet je weer leren managen, en dat kan lastig en ook wel even spannend zijn. Maar op de lange termijn leidt bewegen tot een betere gezondheid. En op de korte termijn betekent het dat je insuline 1,5 tot 2 dagen lang beter werkt. De enige uitdaging is dat uurtje sporten, maar daar kun je mensen goed in begeleiden.”
Andere sport, ander effect
De effecten van bewegen hangen sterk af van wat voor sport je doet. Bij een langzame duursport als wandelen of fietsen is het effect redelijk voorspelbaar. Van de Goor: “Daarbij speelt alleen het principe dat de insuline efficiënter gaat werken, en je dus zakt in je bloedsuiker. Bij explosievere sporten – bijvoorbeeld een zumba-les, 100 meter sprint, judo of boksen – spelen er andere processen in het lichaam. Daar komt een stresservaring bij, en de stresshormonen die daarbij vrijkomen werken bloedsuikerverhogend. Hetzelfde geldt bij een spannende wedstrijd. Bij een sprint bijvoorbeeld gaat je bloedsuiker naar beneden omdat je beweegt, maar omhoog door het stresshormoon. Per saldo zal je bloedsuiker dan stijgen. Bij combinatiesporten zoals volleybal, voetbal of tennis kan de bloedsuiker alle kanten op. Dat hangt af van je beweeggeschiedenis; als je al veel beweegt, zal je sneller dalen. Dat is een kwestie van veel meten, op den duur krijg je daar wel meer inzicht in.”
Van de Goor beschrijft het als: ‘je moet je lijf leren snappen, zonder de fout te maken te denken dat je het doorhebt’. “Op een gegeven moment kan je denken: ‘nu weet ik het wel’. Maar dat is niet zo. Er is geen enkel moment waarop al die 40 factoren hetzelfde zijn, dus je moet wel alert blijven.”
Bewegen in groepsverband
De Bas van de Goor Foundation heeft als doel zoveel mogelijk mensen met diabetes in beweging te krijgen. De Nationale Diabetes Challenge is waarschijnlijk de meest populaire en bekende activiteit van de Bas van de Goor Foundation. Onder begeleiding van een professional gaan mensen met diabetes of een verhoogd risico daarop met elkaar wandelen. Als groep werken ze in 20 weken toe naar het lopen van een feestelijke dag met een afsluitende wandeling van 3, 5, 10 of 15 kilometer.
Onder professionele begeleiding
De groepen lopen onder begeleiding van professionals, die getraind zijn in bewegen bij en met diabetes. “Wij weten dat er in de 1e lijn veel mensen zijn die echt iets willen doen met leefstijl bij patiënten met diabetes, maar in het systeem ervaren ze onvoldoende tijd om er écht op in te gaan. Je kunt adviezen geven, maar je kan niet echt met elkaar op stap. Terwijl een hele groep mensen dat juist nodig heeft. De Nationale Diabetes Challenge is er om dat te faciliteren. Wij zorgen voor de randvoorwaarden en de materialen. Een zorgprofessional kan mensen werven en de buurtsportcoach, leefstijlcoach of andere begeleider kan daadwerkelijk met de groep gaan wandelen. We hopen nog meer de connectie aan te gaan met het sociale domein, zoals dat in IZA en GALA wordt aangemoedigd.”
Netwerk erbij
“Wat we horen van zorgprofessionals is dat het de interprofessionele samenwerking verbetert. Je krijgt meer connecties in de buurt met mensen die ook bij diabeteszorg zijn betrokken en met de gemeente. Dat netwerk blijkt waardevol te zijn. Bovendien zie je het leven van mensen veranderen in die 20 weken dat je meewandelt, en dat werkt enorm fijn. Je verbetert de samenwerking en verbetert de zorg voor de patiënten met diabetes.”
Het werkt
“Dit concept is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Na 20 weken is gedrag redelijk ingesleten en is de kans groot dat mensen het op de langere termijn blijven volhouden. Een doel in je agenda stimuleert ook. En we weten dat het werkt. Mensen hebben minder medicatie nodig, een betere kwaliteit van leven, betere gezondheidsvaardigheden, een lagere HbA1c en ze vallen iets af. Maar het mooiste is het groepsgebeuren. Mensen ondersteunen elkaar, er is altijd iemand die kan helpen. En daardoor zie je dat die groepen niet ophouden na 20 weken. Daarna gaan ze met elkaar door, want er is echt iets opgebouwd.”