De tandarts die stress, slaap, beweging en voeding met de patiënt bespreekt. Het gebeurt nog niet vaak, maar daar moet volgens tandarts-implantoloog Peter Thoolen verandering in komen. “De mond is geen bak vol met tanden. Wat er in de mond gebeurt is een afspiegeling van de algehele gezondheid.”
Thoolen is voorvechter van het integreren van leefstijl in de tandartsenspreekkamer. “De mond is een integraal onderdeel van het grote geheel. De reden waarom wij leefstijl belangrijk vinden is dat de relatie tussen mondgezondheid en algemene gezondheid evident is. We weten dat mensen die langer hun tanden en kiezen behouden langer leven, gezonder zijn en gelukkiger zijn. Dat heeft alles te maken met voeding en leefstijl. Het niet onderkennen van leefstijlaspecten doet afbreuk aan het vak en de waarde ervan.”
Invloed van voeding en roken
Het voedingspatroon en roken zijn de bekendste factoren die invloed hebben op de mondgezondheid. “Wij hebben geleerd cariës te behandelen door de boor te pakken en het gaatje te vullen”, vertelt Thoolen. “Dat is het stomste wat we kunnen doen. We moeten terug naar de oorzaak en daar besteden we te weinig aandacht aan. De grote oorzaak is de voeding. Als iemand te veel suikerrijke eetmomenten heeft op een dag is de kans dat er problemen ontstaan veel groter. Natuurlijk zijn sommige mensen gevoeliger voor het ontwikkelen van cariës.
Dat kun je testen door te kijken naar de hoeveelheid Streptococcus mutans in het speeksel. Is dat hoger dan een miljoen, dan heb je een hoog risico. Maar als het aantal eetmomenten lager dan 7 is, dan leidt het ook bij de mensen met hoger risico beduidend minder vaak tot cariës.”
Daarnaast bespreekt Thoolen op het gebied van voeding ook het gebruik van vitamines. “Vitamine C is een belangrijke, omdat dat invloed heeft op de algehele weerstand. Ook tekorten aan vitamine D spelen een rol; dat kan leiden tot ontkalking en te zacht kaakbot. Ik meet regelmatig bij mensen het vitamine D gehalte en verwijs ze door als er een tekort is. Een oplossing kan zijn om een supplement vitamine D te gebruiken. Dit moet overigens altijd gecombineerd worden met vitamine K. Samen zorgen ze voor een goede calciumhuishouding en dat zie je terug in de tanden en de kaak. Zo doe je mondverzorging van binnenuit.”
Stress, slaap en beweging voor mondgezondheid
Het is misschien minder voor de hand liggend, maar ook stress, slaap en beweging spelen een rol. Stress is bijvoorbeeld soms ook te zien in de tandartsstoel. “Mensen kunnen knarsen en klemmen door stress. Zeker mensen die zich niet makkelijk uiten houden letterlijk de tanden en kiezen op elkaar. Dat zien wij terug in het gebit. Dat soort problemen kunnen behandelingen bemoeilijken. Als iemand bijvoorbeeld komt met een pijnklacht of als we een wortelkanaalbehandeling starten en je pakt die stress niet aan, dan gaan die klachten niet over. Ook slaap speelt een rol. Een slaaptekort speelt door in weerbaarheid, weerstand en psychische gezondheid. Het herstel is dan minder goed, waardoor de problemen in de mond blijven bestaan. Beweging is ook een onderdeel van de algemene gezondheid. We zien bijvoorbeeld dat mensen die te zwaar zijn gewrichtsproblemen krijgen, die zich ook in nek, schouders en kaak uiten. Zo grijpt alles in elkaar en we kunnen het dus niet los van elkaar zien.”
Laat de patiënt zien wat eigen aandeel is
Mondgezondheid ligt niet op het bord van de mondhygiënist of tandarts, maar begint bij de mensen zelf. “Iedere tandarts zou het met zijn patiënten moeten hebben over de leefstijl. Ik plan zelf altijd 40 minuten voor een intake en dan komt alles ter sprake. Ik wil erachter komen wie ik voor me heb zitten, wat mijn rol kan zijn en de patiënt bewust maken van het eigen aandeel in zijn of haar gezondheid. Aan de hand van de intake kan ik mensen indelen in een risicoprofiel, en de behandeltijd voor volgende consulten daarop afstemmen. Dan creëer ik tijd om leefstijl verder te bespreken bij mensen bij wie het nodig is. De tijd die daarmee gemoeid gaat, win ik ruimschoots weer terug in het traject. Als ik begrip toon voor mijn patiënten gaan ze op een andere manier praten en vertellen en kom ik gemakkelijk op een lijn met ze.”
Verbaasd maar verrast
Patiënten reageren soms verbaasd, maar ook positief verrast. “Als een patiënt me vertelt dat hij pijn heeft aan de kaak, en ik vraag hoe het met de knieën is, dan zijn ze verbaasd. Ik leg ze dan uit hoe die link zit en dan komen ze tot inzichten die ze nog niet eerder hadden. Het kan ook andersom gaan; als ik aan het gebit zie dat er sprake is van klemmen of knarsen, vraag ik of ze stress hebben. Ik zie dingen gebeuren in die mond en kan een rol spelen in het duiden van de klachten. Daarmee wordt het vak van tandarts veel belangrijker dan we denken. We kunnen zo’n enorme rol spelen in het behandelen van allerlei aandoeningen, niet alleen op tandkundig gebied. Ook al wordt in de organisatie van de zorg alles zoveel mogelijk gekort, ik doe daar niet aan mee. Ik wil mijn vak goed doen. Dat probeer ik aan alle tandartsen mee te geven: word trots op je vak en de plek die het inneemt in de geneeskunde.”