Lang niet iedere patiënt die in de zorg terecht komt, heeft een vraag die binnen het medisch domein opgelost kan of moet worden. Een deel van de patiënten bij huisartsenpraktijken heeft meer baat bij ander soort ondersteuning, zoals binnen het sociaal domein. Maar die samenwerking is vaak nog niet vanzelfsprekend. Hoe kunnen we die samenwerking versterken zodat mensen ook echt op de juiste plek terecht komen? Met dat vraagstuk houdt onderzoeker Elianne de Kat zich bezig in de gemeente Veenendaal.
Krachten bundelen en van elkaar leren. Dat is waar De Kat vooral op inzet. “Je ziet op verschillende plekken in Nederland vanuit gemeentes en vanuit het medische domein verschillende initiatieven om meer samenwerking te bereiken. Allerlei mensen zijn zelf aan het pionieren. Dat is natuurlijk heel mooi, maar als je die krachten bundelt, kun je van elkaar gaan leren en meters gaan maken. Dan kunnen we die berg samen gaan beklimmen”, vertelt De Kat.
Centrale functionaris voor medisch en sociaal domein
In Veenendaal zijn ze nu aan het onderzoeken hoe de samenwerking tussen medisch en sociaal domein opgezet kan worden, om hier hopelijk een basis mee neer te zetten voor andere gemeentes. Dit sluit aan bij de netwerkaanpak obesitas die het Partnerschap Overgewicht Nederland aan het ontwikkelen is. “Wij zijn met Eerstelijns Samenwerking Veenendaal een pilot gestart”, legt De Kat uit. “We onderzoeken de rol van een functionaris in de huisartsenpraktijk, die rondom preventie en leefstijl als aanspreekpunt dient voor de patiënten en naar de juiste plek kan doorverwijzen. We zien dat een praktijkondersteuner of praktijkverpleegkundige hier de meeste geschikte persoon voor is, vooral omdat zij toegang hebben tot het huisartsensysteem. In Veenendaal werken we nu met een POH die een aanvullende leefstijlopleiding heeft gevolgd en we merken dat dat heel goed werkt. Zij kan ervoor kiezen om mensen zelf te begeleiden of om door te verwijzen.”
Verbinding tussen twee werelden
Samenwerking is key. “De eilandjes bij elkaar brengen, daar zijn we in Veenendaal heel actief mee bezig”, vertelt De Kat. “De huisarts blijft de poortwachter, die kan beslissen op welk gebied zorg of ondersteuning nodig is. Daarna is het belangrijk dat de functionaris – in dit geval dus de POH en leefstijl– laagdrempelig te benaderen is. Zij heeft nauw contact met de gemeente en zicht op de sociale kaart.” De sociale kaart is vaak nog een uitdaging. Het is een klus om alle interventies binnen het medisch en sociaal domein in beeld te hebben en actueel te houden. “Wij ontwikkelen nu een digitaal platform, waar alle initiatieven bij aangemeld zijn. Dat is veel werk om de eerste keer op te zetten, maar als die basis eenmaal staat, is het prima bij te houden. Dan weet je in ieder geval wat er allemaal is qua mogelijkheden. Het allerbest werkt natuurlijk de warme overdracht. Bij ons loopt de GLI-Beweegkuur nu als een trein, en dat komt mede omdat de GLI-coördinator fysiek langs gaat bij de huisartsen.”
Al geleerde lessen
“We zijn al een aardig eind op weg, maar we zijn er nog niet”, aldus De Kat. “Samenwerking is gewoon lastig. Dat komt mede omdat iedere gemeente weer anders werkt, er andere stromen zijn van gelden en van beleid. Iedere wijk is verschillend, ieder deelgebied heeft andere initiatieven. Wat we wel merken is dat het goed werkt om allemaal vanuit hetzelfde gedachtegoed en dezelfde tools te werken. Wij gebruiken nu Positieve Gezondheid met het spinnenweb en evalueren hoe dat bevalt. Een andere tip is de Samen Gezond app van Menzis. Wij bevelen die aan mensen aan, en wordt ook heel goed ontvangen. Mensen vinden het fijn om zelf een tool te hebben waar ze mee aan de slag kunnen. En de punten waar ze niet uit komen, daar kunnen ze dan bij onze POH en leefstijl terecht. Zo hopen we tot een goed systeem te komen waarbij iedereen de juiste zorg en begeleiding op de juiste plek krijgt.”