Half september is het Integraal Zorgakkoord (IZA) gepubliceerd. Leefstijl en preventie krijgen hierin een grote rol: het is een van de 8 domeinen die meer actie vereisen om de zorg toegankelijk, kwalitatief goed en betaalbaar te houden. Wat zijn precies de actiepunten en doelen op het gebied van leefstijl, en zijn ze haalbaar?
Uiterlijk in 2025 moet een gezonde leefstijl met aandacht voor een gezonde leefomgeving onderdeel uitmaken van het dagelijks leven, volgens het IZA. De aandacht ligt bij preventie en de samenwerking tussen de zorg, gemeenten en andere niet-medische organisaties. Er moeten maatregelen worden genomen om de leefomgeving minder ongezond te maken en om de sociale omgeving en zelfredzaamheid van de mensen te versterken. Dit kan in gang gezet worden met bijvoorbeeld prijsmaatregelen. Ondersteuning bij een gezonde leefstijl komt allereerst uit het publieke of sociale domein, zodat medische zorg niet of minder nodig is.
Leefstijlgeneeskunde integraal onderdeel van de zorg
Gezonde leefstijl krijgt ook een plaats in de medische zorg en valt onder geïndiceerde en zorggerelateerde preventie. Het IZA geeft duidelijke richtlijnen voor de termijn waarop dit bereikt moet zijn. Uiterlijk op 1 januari 2025 moet de inzet op gezonde leefstijl integraal onderdeel uitmaken van de reguliere zorg voor patiënten en mensen in risicogroepen. Deze inzet wordt ruim opgevat en omvat onder meer screening op leefstijl en verwijzen naar effectieve leefstijlinterventies en -programma’s.
Van belang is dat zorgprofessionals met een brede blik naar de patiënt kijken, dus naast factoren als voeding, beweging, stress en slaap moet ook gekeken worden naar de inzet op mentale gezondheidsvaardigheden en oorzaken van gezondheidsachterstanden zoals schulden, eenzaamheid, huisvesting en een ongezonde leefomgeving. Uiterlijk 1 januari 2023 beschrijft iedere partij in het Zvw-domein welke specifieke inzet en veranderopgave nodig is om de gewenste beweging in gang te zetten. Dat leefstijl een standaard gedeelte wordt van de behandeling moet zo snel mogelijk worden opgenomen in richtlijnen en kwaliteitsstandaarden.
Nieuwe dimensie aan het vak
Vereniging Arts & Leefstijl is blij met deze ontwikkeling. ‘De aandacht in het IZA onderstreept dat leefstijlgeneeskunde actueel en urgent is’, vertelt A&L-voorzitter Iris de Vries. ‘Wij zijn hier al jaren mee bezig en krijgen door het IZA meer zicht op de praktische invulling. Zo komen we nog sterker te staan in onze missie om de integratie van leefstijl in de gezondheidszorg te versnellen. Bovendien vraagt het uitvoeren van de plannen om commitment en actie, want er moet nog veel gebeuren.’
‘Het toepassen van leefstijlgeneeskunde geeft een nieuwe dimensie aan het zorgverlenersvak. Om leefstijlgeneeskunde in consulten toegepast te krijgen, moeten we de huidige lichting zorgprofessionals bijscholen op het gebied van kennis over leefstijl, gesprekstechnieken en gedragsverandering. Voor de zorgprofessionals die nu in opleiding zijn of gaan, moeten we zorgen dat deze kennis nog meer opgenomen wordt in het curriculum. Hier zijn zowel Vereniging Arts & Leefstijl als Stichting Student en Leefstijl al jaren mee bezig. Met het Raamplan Artsopleiding 2020 zijn hier al goede stappen in gezet. Om de gestelde termijnen van het IZA te halen, is een hogere versnelling nodig.’
Samenwerking van allerlei partijen
Niet alles hoeft dus in de zorg te blijven; bij een deel van de gesignaleerde problemen is mogelijk andere hulp beter geschikt. De Vries: ‘Het leefstijlgesprek met de huisarts, praktijkondersteuner of andere zorgverlener is stap 1. Waar mensen vervolgens naartoe kunnen, is stap 2. Iedere patiënt heeft iets anders nodig. Sommige patiënten kunnen zelf met hun leefstijl aan de slag, anderen moeten doorverwezen worden naar bijvoorbeeld een fysiotherapeut, diëtist of gecombineerde leefstijlinterventie (GLI). Voor weer andere patiënten is maatschappelijke of financiële hulp het meest geschikt.’
Om mensen goed te kunnen doorverwijzen, is ook aan die kant ruimte nodig. ‘De interventies moeten beschikbaar en toegankelijk zijn. Neem de GLI’s; het aantal deelnemers neemt snel toe en er dreigt een tekort aan leefstijlcoaches. Ook is meer verbinding nodig tussen de zorg en het sociale domein. Naast bijscholing van zorgprofessionals is dus ook opschaling nodig aan de interventiekant in het regionale veld. Ik ben heel positief ingesteld en reken erop dat dit ons gaat lukken. We willen anders, we moeten anders en we kunnen anders. Met gedreven mensen, daadkrachtig leiderschap en veel meer lef dan gebruikelijk kunnen we dit met elkaar tot een succes maken.’